Erbudak: strafzaak berust op leugens
„Ik vind het totaal niet terecht dat ik vandaag hier moet verschijnen om mij over zaken te verantwoorden waarvan ik vind dat ze mij ten onrechte worden verweten.” Zo begon oud-directeur van het failliete Amsterdamse Slotervaartziekenhuis Aysel Erbudak (52) maandag haar verklaring ten overstaan van de rechtbank in Amsterdam. Zij staat daar terecht op verdenking van verduistering en valsheid in geschrift.
Die verdenking is, aldus Erbudak, gebaseerd op een verkokerde visie bij opsporingsambtenaren bij de FIOD én op leugens van oud-collega’s bij het Slotervaart en de erven van haar in 2012 overleden zakenpartner Jan Schram. Volgens Erbudak hadden die oud-collega’s en de erven vervolgd moeten worden en niet zij.
Haar avontuur met het Slotervaartziekenhuis, dat Erbudak naar eigen zeggen uit de rode cijfers wist te trekken, is verworden van een droom tot een nachtmerrie, verklaarde zij. Het ziekenhuis „is door hebzucht en machtsmisbruik te gronde gericht”, zei de oud-directeur, maar daar heeft zij part noch deel aan gehad.
In de media is Erbudak neergezet, vindt zij zelf, als „onverschrokken, inhalige, nietsontziende, hooggehakte Turkse uit de polder die wel even dacht ons Nederlandse zorgsysteem uit te dagen”. Dat „flamboyante personage” spreekt tot de verbeelding, aldus een bij vlagen geëmotioneerde Erbudak in haar verklaring, „maar is slechts een karikatuur van de vrouw die hier nu voor u staat”.
De strafzaak is niet de eerste gelegenheid waarbij Erbudak in de rechtszaal verschijnt. Inmiddels zijn er diverse civiele procedures gevoerd over schulden. Erbudak hekelde de houding van rechters die zich over die zaken hebben gebogen, zij voelde „agressie” van de rechtbanken. „Het huis van recht werd voor mijn gevoel het huis van onrecht.” Onder meer de schulden hebben geleid tot het persoonlijk faillissement van Erbudak.
De strafzaak concentreert zich op het wegsluizen van in totaal 1,2 miljoen euro. Dat geld was volgens het OM van het Slotervaartziekenhuis. Het OM zal naar verwachting maandag nog de strafeis formuleren.