Rechter in Sri Lanka: Antibekeringswet mag
Het hooggerechtshof van Sri Lanka heeft dinsdag een omstreden voorstel voor een antibekeringswet goedgekeurd. Christelijke groeperingen en mensenrechtenactivisten hadden het voorstel voor de wet aangevochten bij de rechter. Het is nu de beurt aan het Srilankaanse parlement om het wetsvoorstel al of niet aan te nemen.
Ten aanzien van die parlementaire goedkeuring heeft het hof overigens wel aanvullende eisen gesteld. Zo dient een meerderheid van tweederde van de volksvertegenwoordigers met het voorstel in te stemmen. Bovendien is een volksreferendum over de wet nodig.
De boeddhistische nationalistische partij JHU wil door middel van de wet de overgang naar een andere religie strafbaar stellen. Een van de speerpunten van de negen boeddhistische monniken die namens de partij in het parlement zitten, is het stoppen van de bekeringsactiviteiten door „fundamentalistische” christenen.
De Singalese meerderheid in Sri Lanka bestaat voornamelijk uit boeddhisten. In het voorstel worden christenen niet in het bijzonder genoemd, maar duidelijk is dat het zich in de eerste plaats richt op overgangen van boeddhisme naar christendom. Christenen vormen 7,5 procent van de bevolking.
Volgens minister van Boeddhistische Zaken Ratnasiri Wickremanayake is de wet van toepassing op alle Srilankanen, welke godsdienst ze ook belijden. „Het is geen probleem als iemand vrijwillig van religie verandert. We willen alleen voorkomen dat er onethische methoden worden gebruikt”, stelde hij onlangs in een verklaring.
Wordt het wetsvoorstel aangenomen, dan overtreedt Sri Lanka verschillende internationale verdragen, waaronder het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten, dat vrijheid van denken, geweten en godsdienst garandeert.
De spanningen tussen christenen en boeddhisten liepen in december vorig jaar op toen de bekende boeddhistische monnik Gangodawila Soma, een sleutelfiguur in de antibekeringscampagne, tijdens een rondreis door Rusland aan een hartaanval overleed. Onmiddellijk werden christenen beschuldigd van een samenzwering die geleid zou hebben tot de dood van Soma - ondanks het feit dat drie autopsies uitwezen dat de monnik een natuurlijke dood was gestorven.