Niet bang voor Roosendaalse terroristen
Ze kunnen er nog steeds niet met hun verstand bij. Een terrorist, en dan nog wel in het steegje schuin aan de overkant. Ronnie Lazaroms en Faisal Sadloe schudden hun hoofd als ze het nieuws van de aanhoudingen horen. „En ik vond Roosendaal nog wel zo’n dorp”, verzucht Faisal.
Ronnie en Faisal staan achter de bar van El Corazón, een café op de Oude Markt op steenworp afstand van de tot woonruimte verbouwde loods waar de vermeende terrorist en zijn kompanen vorige nacht werden aangehouden. Toen de actie begon, was de zaak al gesloten. De twee hebben er dan ook niets van gemerkt, net zomin als de meeste buurtbewoners, die op het moment van de inval nog op één oor lagen.
De benedenbuurvrouw en haar vriend zouden waarschijnlijk eveneens gewoon hebben doorgeslapen als ze niet door de politie waren gewekt en naar een veiliger plaats waren overgebracht. De vrouw, die haar naam liever niet in de krant terugziet, weet te vertellen dat er een arrestatieteam klaarstond en dat er traangas is gebruikt. Het contact met haar bovenburen beperkte zich tot een groet. Wie ze waren wist ze niet, waar ze vandaan kwamen evenmin. Het waren buitenlanders, dat wel.
Ook mevrouw Hermans, die in een appartement tegenover het steegje woont, heeft het nieuws via de media moeten horen. „Er liepen nogal eens mensen in en uit”, zegt ze. „Maar ik heb altijd gedacht dat ze in die gang stonden te dealen. Dat gebeurt voor het bankgebouw ook. Bang? Waarom zou ik bang moeten zijn? Er is toch niets gebeurd”, besluit ze laconiek.
Ook de stemming in de omgeving is laconiek te noemen. Bij het woord terrorisme kan men zich al nauwelijks iets voorstellen, laat staan terrorisme in Roosendaal. Het leven gaat er gewoon door alsof er niets gebeurd is.