Schuttersgilde combineert saamhorigheid met sportiviteit
Schuttersgilde St. Martinus & St. Antonius uit Lexmond en Hei- en Boeicop trekt nadrukkelijk de aandacht. Het gilde vervult een bijzondere rol in de regio en doet er alles aan om dat in stand te houden. „We zijn hard op zoek naar nieuwe leden.”
De schutterij ontstond in de middeleeuwen en fungeerde als burgermilitie die stad of dorp beschermde tegen rondzwervende roversbenden en waar nodig de orde handhaafde. „De schutterij was zo’n beetje de politie uit die dagen”, zegt voorzitter Arie de Jong (65), die binnen het gilde –waar tradities hoog in het vaandel staan– te boek staat als hoofdman.
Het Lexmondse gilde duikt in 1394 voor het eerst in de annalen op. Dat jaar werden er in Doornik grote wedstrijden voor schuttersgilden gehouden en ook het Schuttersgilde Lexmond kreeg een uitnodiging. Later in de geschiedenis wordt er ook melding gemaakt van de Hei- en Boeicopse schutterij. In 1818 werden de gilden ontbonden, waardoor veel informatie verloren is gegaan. In 2004 werd op initiatief van de Vereniging Historisch Lexmond en Hei- en Boeicop het „slapende” gilde nieuw leven in geblazen.
Traditie
Bij het schuttersgilde is traditie belangrijk. De leden dragen middeleeuwse tenues, het vaandel en het gildelied spelen een prominente rol en oude termen worden in ere gehouden. Zo wordt de secretaris ”deken-schrijver” genoemd. „Ik hecht aan die eeuwenoude gebruiken. Het is belangrijk dat de traditie in stand wordt gehouden”, zegt Arie de Jong. Leden waarderen de saamhorigheid. „Anderen vinden het sportieve aspect belangrijk: het schieten met de kruisboog. Zo’n drie of vier keer per jaar gaan we naar Gildedagen in Brabant, we doen mee aan schietwedstrijden en vrouwelijke leden spelen jeu de boules.”
Op dit moment telt het Schuttersgilde Lexmond en Hei- en Boeicop zo’n 35 leden. „In Brabant en Limburg zijn er gilden waar alleen mannen lid van mogen zijn, bij ons houden mannen en vrouwen elkaar in evenwicht.” Probleem is dat het aantal leden langzaam maar zeker terugloopt. „De meeste leden zijn 65-plussers, ouderen haken af en er is weinig aanwas. Vooral dertigers en veertigers zijn welkom.”
Schuttersgilden zijn overigens een uitzondering in deze regio. In Zuid-Holland was de schutterij uit Lexmond en Hei- en Boeicop het laatste gilde. Sinds de recente herindeling hoort Vijfheerenlanden bij Utrecht en die provincie heeft maar één ander gilde: in Soest. „In het zuiden ligt dat heel anders. Daar zijn de schuttersgilden verweven met het gemeenschapsleven, sommige dorpen hebben er twee of drie. Daar nemen jongeren elkaar mee naar de schutterij.”
Nuchtere mensen
In de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden is dat niet het geval. „Het overgrote deel van de bevolking heeft geen idee van wat we doen. Wij proberen de oude opdracht van het gilde uit te voeren: „Zorg voor elkaar en zorg voor de samenleving.” Dat gevoel past erg bij deze streek. Maar hier wonen nuchtere mensen. Ze denken er niet over om in ons tenue rond te gaan lopen. Dat vinden ze een beetje kermisachtig. „Ik ga toch niet in zo’n apenpakkie rondlopen”, zeggen ze dan”, lacht hoofdman De Jong.
De leden doen er alles aan om hun vereniging meer bekendheid te geven. En dat zet zoden aan de dijk. Sinds kort is het gilde actief bij de plaatselijke dodenherdenking op 4 mei, bij braderieën en andere lokale evenementen.
In Noord-Brabant en Limburg hebben gildes vaak rooms-katholieke wortels, in Vijfheerenlanden is dat minder het geval. „Iedereen is welkom. Dat geldt ook voor belangstellenden die het schieten leuk vinden maar geen tenue willen dragen.”