Het scheepje leed op 25 oktober schipbreuk bij Cadiz aan de Atlantische kust. Alle slachtoffers waren Noord-Afrikanen, die rond de 2000 euro per persoon hadden betaald voor de overtocht. Slechts zes vluchtelingen overleefden het drama, het ergste ooit in zijn soort in Spanje.

De eigenaar van de boot wordt beschuldigd van doodslag door nalatigheid. Hij weigerde de hulp van een ander schip toen zijn eigen vaartuig in nood was geraakt. Volgens El Pais wil de aanklager in Cadiz de man veroordeeld zien tot drie jaar gevangenisstraf per overledene, plus zes jaar wegens overtreding van de immigratiewetgeving.

De Spaanse wetgeving voorziet wel in dergelijke cumulatieve straffen. Normaal gesproken is de strafmaat voor vergelijkbare vergrijpen echter niet meer dan vijftien jaar.