Olieprijs bezegelt nog altijd lot van Venezuela
De stemming van zondag in Venezuela is fraudevrij verlopen. Dat is het unanieme oordeel van de buitenlandse waarnemers die het referendum bijwoonden van afgelopen zondag. Volgens de Amerikaanse oud-president Jimmy Carter is er geen vals spel gespeeld en is de uitslag daardoor een waarheidsgetrouwe afspiegeling van de volkswil.
Carter benadrukte maandag dat hij en zijn collega-waarnemers, onder wie voorzitter César Gaviria van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), geen enkele onregelmatigheid op het spoor zijn gekomen.
De vanwege zijn revolutionaire neigingen controversiële president Hugo Chavez mag van ruim 58 procent van de kiezers zijn ambtstermijn uitzitten. Maar de oppositie, die het aftreden van het staatshoofd wenst, weigert deze uitslag te erkennen. Volgens de leiders van de ”Democratische Coördinatie” (DC), een los samenwerkingsverband van partijen die alleen in hun afkeer van Chavez een gemene deler vinden, dreigt de natie ten prooi te vallen aan een politiek complot. „De kiezers van Venezuela zijn bedrogen en bestolen door een gewetenloze president voor wie niets te ver gaat om aan de macht te blijven”, aldus DC-aanvoerder Antonio Ledezma, die stakingen en protestmanifestaties in het vooruitzicht stelt.
Ook andere voormannen van de oppositie schreeuwden maandag moord en brand. „Dat de heer Chavez op geraffineerde wijze de volkswil liet verdraaien en terloops ook de buitenlandse waarnemers bij de neus nam, was te voorzien. Het is nu aan ons deze electorale farce te beëindigen”, zo stelt Freddy Licett van de Partij voor Democratische Actie, een van de door Chavez op een zijspoor gerangeerde traditionele partijen van Venezuela.
De klinkende stembuszege die president Chavez op zondag kreeg toebedeeld, reduceert de stoere woorden van oppositieleiders evenwel tot het gebrul van een muis. Dat het op de dag na de stemming in Caracas niet kwam tot betogingen tegen de president, is veelzeggend. Van het eertijds nog formidabele vermogen van de Democratische Coördinatie om de bevolking te mobiliseren voor massademonstraties tegen de president is thans weinig meer overgebleven. Dat de oppositie ook niet terstond is overgegaan tot het afkondigen van een algemene staking, waarmee zij enkele dagen terug nog dreigde in het geval van een onvoorziene electorale tegenslag, is even tekenend.
„In het kort komt het erop neer dat het politieke initiatief weer terug is in handen van president Chavez. Elke poging aan deze waarheid te tornen is tot falen gedoemd. Het enige dat de oppositiepartijen nu nog kunnen doen, is zich hergroeperen met het oog op de presidentsverkiezing van 2006”, meent Adam Isacson, die de ontwikkelingen in Venezuela volgt voor het in Washington gevestigde Centrum voor Internationale Politiek.
Dat president Hugo Chavez zijn mandaat op dusdanig overtuigende wijze kon bekrachtigen, komt voor velen als een verrassing. Sinds Chavez zes jaar terug aan de macht kwam, is het nationale inkomen met liefst 23 procent gekelderd. Inflatie en werkeloosheid bedragen beide ongeveer 20 procent. Het aantal mensen dat in absolute armoede leeft, is in zes jaar tijd verdubbeld.
Het was juist dit weinig opbeurende saldo van Chavez’ Bolivariaanse Revolutie dat de oppositiepartijen ertoe bracht hun krachten te bundelen en zodoende een politieke vuist te maken tegen de in hun ogen even incapabele als corrupte regering.
Na talrijke betogingen en een maandenlang aanhoudende algemene staking die de economie verder de afgrond in dreef, wist de oppositie president Chavez uiteindelijk te dwingen tot het uitschrijven van een referendum over zijn eigen aanblijven.
Aanvankelijk leek de stemming voor het staatshoofd een al bij voorbaat verloren slag. Dat Chavez deze uitdaging niet alleen overleefde maar de stemming ook nog eens zijn machtsgreep verstevigde, had de oppositie absoluut niet voorzien.
De reden hiervoor ligt in feite buiten Venezuela. Dankzij de uitzonderlijk hoge prijs voor olie, Venezuela’s voornaamste exportproduct en deviezenbron, op de internationale markt kreeg de regering-Chavez in de maanden voorafgaande aan de stemming plots de beschikking over miljarden dollars aan extra inkomsten. Deze enorme meevaller is prompt gebruikt voor het bestrijden van de allerergste uiterlijke kenmerken van de diepe crisis waarin het land verkeert.
Door royaal met geld te strooien kon president Chavez zijn traditionele achterban -de almaar groeiende gelederen van Venezuela’s allerarmsten- ervan overtuigen dat de door hem beloofde betere tijden nu inderdaad in het verschiet liggen. Een cynicus zou niet helemaal ongelijk hebben door te stellen dat president Hugo Chavez zijn stembuszege heeft gekocht.
En daarmee is ook meteen het volgende probleem aangesneden. Wat gaat Chavez doen met zijn overwinning? De president gaf reeds enkele malen te kennen dat hij zijn tot dusver vaag omschreven Bolivariaanse Revolutie meer diepgang wenst te geven, bijvoorbeeld door vaart te zetten achter de herverdeling van ’s lands rijkdommen en productiemiddelen. Ook wil de regering proberen om de macht aan banden te leggen van de media, die tijdens de recente campagne grotendeels de oppositie steunden.
Zolang de hoge olieprijzen aanhouden lijkt de regering-Chavez zich welhaast moeiteloos staande te kunnen houden, ondanks de crisis waarin het land verkeert. Hoewel de ”petro-dollars” de bedrijvigheid stevig aanwakkeren en voor dit jaar een economische groei kunnen forceren van wellicht zelfs 12 procent, wijzen economen in binnen- en buitenland erop dat deze expansie van tijdelijke aard zal blijken omdat er geen gedegen beleid aan ten grondslag ligt.
Mocht de hausse op de oliemarkt ten einde komen voordat de ambtstermijn van president Chavez afloopt in 2006, dan bestaat er een goede kans dat de oppositie opnieuw van zich laat horen, aangemoedigd door een eventuele groei van de onvrede in het land.
De prijs van ruwe olie lijkt daarmee het lot van Venezuela te bezegelen. En zo is het altijd al geweest sinds het eerste -door Shell gewonnen- vat olie in 1912 het land verliet.