In Oezbekistan wordt de kerk uit het niets geboren
Oezbekistan krabbelt langzaam op uit een tijd van vervolging en tegenwerking. Voorgangers juichen de nieuwe ruimte toe die er voor kerken is, dankzij de nieuwe president, die sinds drie jaar aan het roer staat. Vrijheid betekent echter ook meer ruimte voor de islam.
Oezbekistan is een relatief veilig land. Begin jaren negentig zijn er diverse aanslagen geweest, in 2005 ging het feitelijk om de laatste. De nieuwe president Sjavkat Mirzijojev wil het land moderniseren en daar hoort ook meer vrijheid van godsdienst bij. Dat is immers een zaak die in het Westen gevoelig ligt.
Het land vormt een zelfstandige republiek, onafhankelijk van Rusland (Russische Federatie). Oezbekistan is voor 85 procent islamitisch, maar dat is vooral een volksislam. De stad Urgench, met 160.000 inwoners, heeft bijvoorbeeld naast een grote moskee slechts drie kleine moskeeën.
Hier wreekt zich het feit dat de vroegere dictator van Oezbekistan al het religieuze uit het land heeft gebannen. Je ziet dat ook nu het publieke leven nauwelijks gestempeld wordt door de islam. Het dragen van boerka’s is verboden, hoofddoeken zie je zelden.
In de stad Navoiy is slechts de helft van de bevolking overtuigd islamitisch, zegt de baptistische evangelist Arthur Alpajev. „Maar veel Oezbeken houden wel de ramadan en met het Suikerfeest worden ook alle niet-moslims uitgenodigd.”
Hij zegt dat zijn stad bewust seculier wil zijn. „De overheid heeft met succes de fundamentalistische islam weten uit te roeien. De vertegenwoordigers ervan zitten óf in de gevangenis óf bevinden zich in verafgelegen dorpen.”
Overdag is het niet druk in de moskee van Navoiy. Vijf keer bidden per dag is de plicht van elke moslim. Waarom? „Ik geloof in Allah en daarom bid ik. Verder moet je het maar aan de imam vragen.” Maar die is er even niet, vanwege een begrafenis. Een moslimechtpaar komt dan ook tevergeefs met zijn zieke baby bij hem op bezoek om de zegen van de imam te ontvangen.
Op vrijdag is het wel druk, verzekert de moslim. „Dan komen er tussen de 2000 en 3000 gelovigen en is het hele plein voor de moskee vol. Iedereen neemt dan zijn gebedskleedje mee.”
Iemand uit Tasjkent die onderweg is naar het oosten van Oezbekistan zegt dat je bij het bidden bewust aan God denkt. „Als je het nalaat, mis je de innerlijke kracht voor je geloof in het dagelijks leven.”
Naast de moskee bevindt zich een siergraf van een bekende islamitische heilige uit de zeventiende eeuw. Van groot belang is dit monument, zegt de man, want zo herinner je je de geschiedenis. Hij prijst de huidige regering, die heeft gezorgd voor een opleving van de islam nadat de Sovjet-Unie geprobeerd had deze religie uit te roeien. Er is volgens hem ook bij jongeren steeds meer belangstelling voor de islam.
Even verderop is een speciaal mausoleum gebouwd waarin het lichaam van een islamitische heilige ligt. Deze had in Mekka de wens geuit om daar begraven te worden, maar een bijzondere stem uit de hemel zou hem gezegd hebben dat hij terug moest gaan naar de plaats waar hij vandaan kwam, Navoiy dus. Een bewoner die er vlak naast woont en een oogje in het zeil houdt, zegt dat er in de huidige republiek vrijheid is om je leven zelfstandig in te richten en ook om een bedrijfje te starten.
Aziatisch land
Oezbekistan is een Aziatisch land. Dat is te zien aan de kleur van de bevolking. Etnisch behoort de zelfstandige republiek tot de Turks-Mongoolse cultuur, te onderscheiden van de Perzische. De Oezbeekse taal is dan ook, heel anders dan het Russisch, sterk verwant aan het Turks.
Je ziet in Oezbekistan steeds minder Russen. Zij vertrekken naar Rusland, waar het economisch beter is. Oezbekistan kent een werkloosheidspercentage van dertig procent. Veel Oezbeken werken als gastarbeider in Rusland. Ze zijn soms maanden tot een jaar van huis. De Russen zijn in Oezbekistan vooral vertegenwoordigd in de Russisch-Orthodoxe Kerk en de Rooms-Katholieke Kerk.
In Urgench staat een klein Russisch-orthodox kerkgebouw, het enige in de middelgrote stad. De plaatselijke priester zegt dat zijn kerk „als Abraham in de woestijn” is. „We zijn vreemdelingen”, verklaart hij lachend. Hij meldt dat er een uitstekende relatie is met de overheid. Twee weken eerder was de Russische premier Medvedev nog op bezoek bij de orthodoxe kerk, vertelt hij vol trots.
Situatie kerk
Het aantal christenen in Oezbekistan bedraagt nog geen drie procent, en daarin is alles meegerekend: Russisch-orthodox, rooms-katholiek en protestants/baptistisch. Er zijn veel plaatsen waar gewoon geen kerk aanwezig is.
Volgens Filip Uijl, voorlichter van Stichting Friedensstimme, is de opwekking in Rusland die sinds de jaren negentig (na de val van de Muur) gaande was, voorbij. Maar in Oezbekistan begint die nu pas. „Russen trekken steeds meer weg, vanwege hoofdzakelijk economische omstandigheden. Wat nu bij de gemeente komt, is uit het Oezbeekse volk. Hier wordt de kerk echt uit het niets geboren. Het bijzondere is dat er overal veel kleine groepen ontstaan en nieuwe werkvelden worden geopend. Opvallend is ook een opwekking onder doofstommen, een in het verleden achtergestelde groep.”
Oezbekistan mag dan meer vrijheid van godsdienst bieden, in de praktijk is de situatie nog niet ideaal. „Er is een tegenstrijdigheid tussen de grondwet, die vrijheid van godsdienst garandeert, en Oezbeekse wetten die daar haaks op staan”, aldus de baptist Alpajev. „Onze diensten zijn nog steeds niet legaal. We zijn twee jaar geleden nog bedreigd met sluiting van het gebouw en het verstoren van diensten. Dit is trouwens niet gebeurd.”
„Op papier zijn onze diensten dus niet wettig”, aldus Alpajev, „maar de overheid treedt gelukkig weinig tegen ons op. We kunnen de Bijbel in het Oezbeeks in bezit hebben, maar een grote partij Bijbels is niet toegestaan, want dat zou op missionaire doeleinden wijzen. Er is dus onzekerheid, maar ook weer niet zodanig dat we in onze diensten gehinderd worden.”
De buurt waarin de beide voorgangers wonen (ze huizen op hetzelfde terrein en worden gesteund door Friedensstimme) is echter flink door de autoriteiten gewaarschuwd: de bewoners moeten zich niet inlaten met de baptisten door hun diensten te bezoeken. Er werd zelfs afgekondigd dat ze omgerekend duizend dollar moesten betalen als ze dat wel zouden doen.
Twee maten
Hier blijkt weer dat de overheid met twee maten meet. In het openbare leven worden moslims namelijk door middel van posters opgeroepen om hun kinderen de Koran te leren en respect voor ouders op te brengen. Geen oproep dus voor baptisten? Nee, lacht baptistisch voorganger Nicolai Serin luid, terwijl hij zich manoeuvreert door het drukke verkeer in de stad. „Dan zou erop staan: Hoed u voor de zendelingen!”
Hij bedoelt dat niet alleen schertsend. Een recent plakkaat waarschuwde inwoners zich niet in te laten met zendelingen die uit zijn op hun geld. Wie zulk contact wel had, moest hen in de steek laten. Serin vertelt dat een van zijn gemeenteleden deze publieke afkondiging ging fotograferen, maar dat werd niet op prijs gesteld door iemand van de overheid die dat toevallig zag. Omdat het op een drukke plek gebeurde, werd hij er niet op aangesproken.
De toenemende vrijheid wordt toegejuicht, maar er zijn ook christenen die bang zijn dat de deur eens weer dichtgaat. Nu internet en sociale media weer vrij zijn, zijn ze soms benauwd dat al de publieke gegevens over hun bijeenkomsten in de toekomst tegen hen gebruikt zouden kunnen worden.
De baptisten hebben dit jaar protest aangetekend tegen de beperkende maatregelen van de overheid via het invullen van een bezwaarschrift op internet. „We hebben dat gedaan met de geregistreerde baptisten”, zegt Alpajev. „We konden echter niet het vereiste aantal handtekeningen van 10.000 bij elkaar brengen en hebben er niets meer van gehoord. We hebben hier een vrijheid, maar het is een beperkte vrijheid, zoals een leeuw in de kooi. Hij kan zich overal heen bewegen, maar moet altijd weer terug in de kooi. Dat verbaast ons ook weer niet, want zo is het hier altijd geweest. We wachten op mogelijkheden om het Evangelie openlijker te kunnen verkondigen.”
serie Tussen vervolging en vrijheid
Dit is de eerste aflevering in een negendelige serie over christenen in Oezbekistan en Rusland, dertig jaar na de ineenstorting van de Sovjet-Unie. Vrijdag deel 2.
Spoorzoeken in voormalige Sovjetlanden
Dertig jaar geleden ontmoette kerkredacteur Klaas van der Zwaag christenen in Oezbekistan, het Verre Oosten (Chabarovsk) en Moskou. Dezelfde mensen bezocht hij onlangs opnieuw, tijdens een reis met Stichting Friedensstimme, die veertig jaar bestaat. Wat is er veranderd sinds de ineenstorting van de Sovjet-Unie en hoe beleven deze mensen de huidige tijd?