Otto was eerst lid van Satudarah. Hij wilde naar eigen zeggen met No Surrender in 2013 een kleinschalige motorclub oprichten. Dat er binnen een jaar 150 leden waren, was volgens hem niet te voorspellen. Doordat hij te weinig aanwezig was bij vergaderingen, werd de motorclub stuurloos. „Een andere fout was dat leden van andere clubs naar ons overstapten.”

Otto stelt dat hij in december 2015 No Surrender verliet. Medeverdachte Henk Kuipers heeft verklaard dat Otto als generaal de hoogste positie bekleedde. Dit klopt volgens Otto niet. „Die rang bestaat niet binnen motorclubs.” Hij had hetzelfde stemrecht als de captains, zei hij, maar was het boegbeeld geworden omdat hij vaak in de media verscheen.

„De club was een hobby”, aldus Otto. Criminele activiteiten waren volgens hem „absoluut niet aan de orde” in zijn tijd bij No Surrender. Verder wist hij niet van bad standings af. Die zijn volgens hem ook niet ingevoerd bij de oprichting. Leden hebben verklaard dat Otto betrokken was bij deze gewelddadige verbanningen van leden.

Otto ontkent ook te hebben geweten van drugshandel. Wel zag hij dat er drugs werden gebruikt binnen de club. Op feestjes ging hij eerder weg, „daarna begon het feest pas echt.” Ook van geheime codes, zwijgplicht, huisadvocaten en bewaking van clubhuizen wist hij niks.

Otto zit in de cel in afwachting van zijn hoger beroep in een andere zaak. Vorig jaar oktober werd hij veroordeeld tot zes jaar cel voor zware mishandeling, bedreiging, afpersing en witwassen van 1,3 miljoen euro.

De zaken tegen medeverdachten R. en Ten V. zijn twee weken geleden behandeld. Het dossier van Henk Kuipers kon toen niet worden besproken door ziekte van zijn advocaat. Wanneer Kuipers weer voor zijn zaak naar de rechtbank moet komen, is onbekend. Daarna wordt Kuipers gehoord in de zaak van Otto. Vervolgens komt het Openbaar Ministerie (OM) met een strafeis.