Regen maakt ongelijkheid in Roemenië nog zichtbaarder
Het grote verschil tussen arm en rijk wordt in Roemenië goed zichtbaar als je de stad uitrijdt. De regen maakt dat contrast nog groter: het platteland verandert dan in een modderpoel.
Daar sta ik dan; met mijn rode suède hakken in de modder. Het is de trouwdag van twee Roemeense vrienden, maar dat stopt de regen niet. Mijn moeder kijkt beteuterd naar haar blauwe suède schoenen. „Ik had ze nog naar jouw bruiloft aan willen doen”, zegt ze. Op dat moment besef ik dat we ons beter op het Roemeense platteland hadden moeten voorbereiden.
Kort voor de bruiloft verbleven we in de stad Iasi, de op een na grootste stad van Roemenië. Het leven daar is een luxe, vergeleken met de wat buitenaf gelegen gebieden. Er zijn geasfalteerde wegen, waterleidingen, mooie douches en toiletten. Wel vraag ik me af waarom er verkeersborden nodig zijn om paard-en-wagens te verbieden.
Maar wanneer we de stad uitrijden, veranderen de harde wegen in grindwegen, en nog wat later in zandwegen. De auto’s worden zeer geregeld opgehouden door paard-en-wagens. De bruidegom legt mij later uit dat veel mensen op het platteland geen auto kunnen betalen, en dus dit verouderde vervoersmiddel gebruiken.
De ongelijkheid tussen stad en platteland, rijkdom en armoede, is één van de zorgen van het land. Zo lees ik in een evaluatierapport van de Europese Unie in 2019 dat ondanks de economische groei in Roemenië, armoede en inkomensongelijkheid hoog blijven. Regionale verschillen worden juist groter vanwege het gebrek aan mogelijkheden in achtergelegen gebieden.
Op de bruiloft, die wordt gevierd in het kleine dorpje Hlipiceni, is dat contrast ook zichtbaar aanwezig. Voor alles moest het bruidspaar telkens meer dan een uur rijden naar de dichtstbijzijnde stad Botosani, want in Hlipiceni is vrijwel niets te doen of te verkrijgen.
Ook is er vanuit de stad een bus met chauffeur gekomen om de gasten die geen auto hebben te vervoeren. Maar dat het hebben van een auto hier niet per se een luxe is, wordt op de regenachtige trouwdag al snel duidelijk.
De regen verandert de voorheen stoffige zandwegen in modderpaden. Een oom van het bruidspaar had voordat de regen losbarstte, zijn auto onderaan een omhooglopende weg geparkeerd. Maar wanneer het tijd is om te vertrekken naar de kerk, staat hij met zijn auto vast in de blubber en komt met geen mogelijkheid omhoog.
Het geluk van de hele situatie is dat de Roemeense burgers op het platteland wel wat gewend zijn. De oom stap in de stromende regen uit de auto en duwt in zijn zwarte pak met wit overhemd de auto een eind uit de bagger. Snel spoeden andere bruiloftsgasten naar hem toe om te helpen.
Wij blijven netjes in de auto zitten, hopend dat onze huurauto niet in de modder vast blijft zitten. Ook al komen we in Nederland van het platteland, dit zijn wij met onze geasfalteerde wegen niet gewend. Toch worden we niet helemaal gespaard. Wanneer we de auto weer in Iasi afleveren, kan de verhuurder gelijk zien dat we niet in de stad zijn gebleven. Erg vindt hij het gelukkig niet.
Na thuiskomst poetst mijn moeder fanatiek haar blauwe hakken. „Ach, die kunnen nog wel voor jouw bruiloft, toch?” Verstandig houd ik mijn mond en ben ik blij dat ik als aanstaande bruid nieuwe schoenen in de kast heb staan.