Congres Nijkerk: tegengaan antisemitisme zaak van elke burger
Toen opperrabbijn Binyomin Jacobs 43 jaar geleden naar Nederland kwam, werd hij nooit nageroepen. Nu is het gebruikelijk dat hij wél uitgescholden wordt als hij op straat loopt. „Antisemitisme maakt me niet bang, maar wel alert.”
„Ik overleef dit wel”, zei een lachende Jacobs donderdag op de vraag wat hij ervan vond om als Jood aanwezig te zijn op een congres over antisemitisme in Nijkerk. In een interview met dagvoorzitter Eric Vink deelde hij zijn ervaringen met antisemitisme.
Dertig jaren geleden was hij voor het eerst betrokken bij het publiekelijk ontsteken van de menora –zevenarmige kandelaar– aan het begin van het Chanoekafeest. Dat leverde weerstand in eigen kring op, want de gedachte was dat je je als Jood niet te veel moest profileren. Nu levert het vooral weerstand buiten de Joodse gemeenschap op. „Het ontsteken van de menora doe ik nog met evenveel liefde als vroeger, alleen weet ik de laatste jaren niet zeker meer of ik het overleef.”
Regelmatig krijgt Jacobs verwensingen naar het hoofd geslingerd. Er zijn ook Joden die het zelden of nooit overkomt. „Sommigen zeggen daarom tegen mij dat ik overdrijf. Anderen zien achter iedere pilaar een antisemiet. Het is heel belangrijk om tussen deze twee houdingen het juiste midden te bewaren.” Als het om antisemitisme gaat, moet de maatschappij volgens de opperrabbijn „alert” zijn. „De Talmoed zegt dat je al half genezen bent als je weet dat je ziek bent. Als we erkennen dat antisemitisme een probleem is, kunnen we er wat aan doen.”
Alt-right
Historicus Bart Wallet bepleitte eveneens een weg tussen „alarmisten” en „wegkijkers.” Er is volgens hem geen sprake van pogroms die aanstaande zijn. Wel ziet hij antisemitisme als „een serieus probleem” dat terecht weer op de politieke en maatschappelijke agenda staat.
Het woord antisemitisme bestaat sinds circa 1875, maar het aangeduide verschijnsel is volgens Wallet „van alle tijden en plaatsen.” Europa heeft volgens hem een „cultureel archief” dat bestaat uit allerlei negatieve beelden over Joden. Sommige beelden zijn levend, andere leiden een slapend bestaan. Maar er hoeft maar iets te gebeuren, of het in het collectieve geheugen verankerde archief gaat weer open.
Vanaf 1950 ontstaat er vanwege de Koude Oorlog een klimaat waarin een nieuw soort antisemitisme gedijt, legde de historicus uit. Joden worden gezien als kapitalisten die de communistische droom verstoren. In de tweede helft van de jaren 70 komt het Arabisch-islamitische antisemitisme op. Na de Tweede Intifada in 2000 neemt dat een vlucht. In (extreem)rechtse kringen blijkt het antisemitisme nog niet te zijn uitgeroeid. Vooral de laatste jaren ziet Wallet een opleving. „Lange tijd was de VS een veilig toevluchtsoord voor Joden, maar sinds alt-right oude vormen van antisemitisme sponsort, hebben we verschillende dodelijke aanslagen op synagogen gezien.”
Lakmoesproef
De historicus stipte aan dat in landen als Hongarije, Groot-Brittannië en Griekenland het antisemitisme springlevend is. De Hongaarse premier Orbán voerde een „uiterst negatieve en antisemitische” verkiezingscampagne rondom tegenstrever George Soros. „Hij zette hem weg als Joodse kosmopoliet en kapitalist en daarom een bedreiging voor Hongarije; dat is een klassiek negentiende-eeuws antisemitisch idee.”
In Groot-Brittannië verlieten vorig jaar Joodse parlementariërs de Labour Party wegens antisemitisme in de eigen partij, memoreerde Wallet. „Ze verlieten niet een wat raar partijtje, maar een partij met een eerbiedwaardige geschiedenis in een belangrijk Europees land.”
Antisemitisme komt voort uit een antiliberale ideologie en kan daarom door veel groepen worden gesteund, betoogde Wallet. „Sinds de Franse Revolutie zijn de Joden de lakmoesproef van de democratie. Als je de Joden pakt, raak je de democratie in het hart.”
Preventie
De Leidse historicus Chris Quispel stelde dat antisemitisme een keerzijde is van de wetenschappelijke revolutie. De opvatting dat Adam en Eva de eerste mensen waren en daarom iedereen gelijk is, werd meer en meer losgelaten. De rassenleer kwam op, evenals het nationalisme. Mensen werden trots op hun land en bepaalden wie wel en niet bij hun cultuur hoorden. Joden moesten het ontgelden. Quispel citeerde de Duitse denker Fichte die wat burgerrechten voor Joden geen andere optie zag dan „hun hoofden af te hakken en die te vervangen door hoofden waar geen enkele Joodse gedachte meer in te vinden is.”
Het congres in Nijkerk werd georganiseerd door de begin dit jaar opgerichte Stichting Antisemitisme Preventie (SAP). Zoals in hun naam besloten, ging het donderdagmiddag ook over de vraag hoe antisemitisme is te voorkomen. Binyomin Jacobs brak een lans voor voorlichting. Hij vertelde over een groep van 150 jongeren met wie hij eens naar het monument in Kamp Westerbork wandelde en ondertussen met ze sprak. „Ze kenden de geschiedenis niet en de helft was er kapot van toen ze hoorden wat daar was gebeurd. Geweldig. Die kinderen zullen later nooit racist of antisemiet worden.” Bart Wallet zei dat voor het bestrijden van antisemitisme niet alleen naar onderwijs en politiek moet worden gekeken. „Het is een zaak van elke Nederlandse burger.”