Oekraïense rebel ontkent echtheid JIT-opnames
De afgeluisterde telefoongesprekken die het JIT-team naar buiten heeft gebracht, zijn niet echt. Dat heeft voormalige leider Aleksandr Borodaj van pro-Russische Oost-Oekraïense separatisten gezegd tegen het Russische persbureau Interfax.
In een van die telefoongesprekken is Borodaj te horen die een adviseur van president Poetin op 11 juli 2014 om militaire hulp vraagt. Vladislav Soerkov, nog altijd actief als adviseur van Poetin, zegt die hulp toe.
Zes dagen later werd boven de regio Donetsk het Maleisisch vliegtuig neergehaald waardoor 298 mensen, onder wie 196 Nederlanders, de dood vonden. Het door Nederland geleide JIT onderzoekt de ramp en houdt al geruime tijd Rusland verantwoordelijk. Het telefoongesprek dat volgens Borodaj „volslagen niet-authentiek” is, toont volgens het onderzoeksteam aan dat er een directe link was tussen de opstandelingen en het Kremlin.
Het Kremlin plaatst naar eigen zeggen „nog steeds geëigende vragen bij de vooringenomenheid en eenzijdigheid” van het onderzoek maar wil wel dat de echte daders worden gepakt. Het JIT heeft woensdag vier mensen, drie Russen en een Oekraïner, als hoofdverdachten aangemerkt die in maart voor de rechter zouden moeten verschijnen.
De zaak draait om de Buk-raket waarmee het toestel is neergeschoten. Die was afkomstig van een eenheid van de Russische luchtafweer en was naar rebellengebied in Oost-Oekraïne vervoerd. Rusland zegt dat de raket in 2014 niet meer in gebruik was bij de strijdkrachten. Het projectiel zou voor het laatst op een basis in Oekraïne zijn gesignaleerd.