Het hof deed uitspraak in een zaak die was aangespannen door de minister van Justitie van Californië samen met de christelijke organisatie Alliance Defense Fund.

Deze partijen meenden dat burgemeester Gavin Newsom van San Francisco de wet had overtreden door zijn ambtenaren opdracht te geven om trouwakten uit te geven voor verbintenissen tussen homoseksuelen en lesbiennes.

Newsom reageerde daarmee op ontwikkelingen in Massachusetts, waar het hooggerechtshof eind vorig jaar besliste dat de grondwet van deze staat homo’s en lesbiennes discrimineerde door hen het recht te ontzeggen formeel te trouwen. Daarom gelastte het hooggerechtshof het parlement van Massachusetts om deze kwestie wettelijk te regelen.

Burgemeester Newsom meende dat dezelfde situatie gold voor Californië en gaf zijn ambtenaren opdracht om homoparen te trouwen. Daarmee overschreed de burgemeester volgens het hooggerechtshof van Californië zijn bevoegdheden. „Het is niet aan de uitvoerende macht om te beoordelen of een wet grondwettelijk is of niet. Dat recht blijft voorbehouden aan de rechterlijke macht”, aldus het hooggerechtshof. Het verklaarde daarom de 4000 homohuwelijken die eerder dit jaar in San Francisco werden gesloten nietig.

Het hof sprak zich niet uit over de grondwettelijkheid van de Californische wet die een huwelijk tussen personen van dezelfde sekse verbiedt. Die kwestie is los van de huwelijken van San Francisco in een aparte zaak voorgelegd aan het hooggerechtshof. Mocht dit hof tot de conclusie komen dat homoseksuelen en lesbiennes in strijd met de grondwet van Californië worden gediscrimineerd omdat hen een huwelijk wordt verboden, „dan biedt dit paren van dezelfde sekse alsnog de mogelijkheid een wettig huwelijk te sluiten” aldus het hooggerechtshof donderdag.