Kroes: liberale carrièrevrouw
Ooit typeerde de gezaghebbende financiële krant Financial Times haar als de machtigste vrouw van Nederland. Het was in een periode dat in ieder geval uit een opiniepeiling bleek, dat de VVD–politica Neelie Kroes in populariteit alleen koningin Beatrix boven zich moest dulden. Ze voerde jarenlang propaganda voor verkeer en vervoer in en buiten Nederland.
Na vijftien jaar uit de landelijke politiek keert Kroes terug in een nieuwe machtige functie: als eurocommissaris krijgt ze zeggenschap over de mededinging binnen Europa, een van de zwaarste beschikbare portefeuilles. Daarmee krijgt Kroes de post in handen waar vertrekkend eurocommissaris en ook VVD–coryfee Bolkestein zijn zinnen op had gezet bij zijn gang naar Brussel. Hij kreeg uiteindelijk Interne markt.
Neelie Kroes, geboren in 1941, groeide op in een tijd dat een maatschappelijke carrière voor een vrouw nog niet vanzelfsprekend was. De dochter van een Rotterdamse vervoersondernemer studeerde economie in de Maasstad en had een meer dan gemiddelde belangstelling voor bedrijfsleven en politiek. Ze werd niet alleen gemeenteraadslid voor de VVD in Rotterdam, maar ook lid van de directie van het transportbedrijf.
In 1971 kwam Neelie Kroes in de Tweede Kamer, waar ze opviel door haar welbespraaktheid en haar oppositie tegen de middenschoolplannen van de PvdA. In 1977 werd ze staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat in het eerste kabinet–Van Agt. Ze stoomde door als minister van Verkeer en Waterstaat in de kabinetten Lubbers 1 en 2, eveneens coalities van CDA en VVD. De rol van verkeer– en vervoersbewindsvrouw leek haar op het lijf geschreven. „Liever had ik medicijnen willen studeren, maar met HBS–A was economie het enig mogelijke. En omdat mijn vader een transportbedrijf heeft, werd het vervoerseconomie", zei ze ooit in Vrij Nederland. Kroes deed onder meer van zich spreken door de verhuizing van het hoofdkantoor van de PTT naar Groningen en door de privatisering van het staatsbedrijf.
Na haar ministerschap stapte Kroes al even over naar Brussel, waar ze twee jaar adviseur was van de commissaris voor transport in Brussel. In 1991 was er de luwte en volgde het presidentschap van de Universiteit Nijenrode, maar haar politieke loopbaan bleef haar achtervolgen. In 1996 werd de affaire rond Tankercleaning Rotterdam opgerakeld. Als minister had Kroes dit bedrijf ingeschakeld, maar het bleek een slechte naam te hebben bij het naleven van milieuregels.
Twee jaar geleden stapte ze zelf weer in de publiciteit door Hirsi Ali, inmiddels VVD–Kamerlid, los te weken van de PvdA. Bovendien ergerde zij zich openlijk aan het geringe aantal vrouwen in het eerste kabinet van CDA–premier Balkenende. Bij de totstandkoming van het huidige kabinet maakte Kroes zich dan ook met succes sterk voor meer vrouwelijke ministers.
Met haar nieuwe post als eurocommissaris profiteert Kroes optimaal van de wens van de nieuwe commissie–voorzitter Barroso, die bij aanvang van zijn zoektocht naar kandidaten al aangaf minimaal acht vrouwen te willen. Haar ervaring binnen de overheid en het bedrijfsleven maakte het voor Barroso makkelijker haar op een zware post te zetten. De andere zware posten binnen het team van Barroso gingen allemaal naar mannen.
Kroes zelf spreekt van „een dijk van een baan". Haar ambitie is de komende vijf jaar Europa te laten uitgroeien tot een bloeiende open economie met heldere spelregels en eerlijke concurrentie, die uiteindelijk ten goede komt aan de consument. Aan het einde van de dag moet er voor de Europeaan meer welvaart zijn, is haar evangelie èn dat van Barroso.