Christen in het Europees Parlement
Christen, man, vader én Europarlementariër. De Slowaak Branislav Skripek (48) en de Duitser Arne Gericke (54) zijn het beiden allemaal. Toch zijn de mannen heel verschillend. Skripek ziet zijn werk als politicus als „een grap van God”, terwijl Gericke altijd al politiek georiënteerd was. Wel hebben ze hetzelfde doel: opkomen voor christelijke waarden en normen in het Europees Parlement.
Zoals gebruikelijk is het druk tijdens de bijna maandelijkse vergaderweek in het Europees Parlement in Straatsburg, Frankrijk. Het interview met Europarlementariër Branislav Skripek wordt drie keer verzet, omdat er steeds andere verplichtingen tussenkomen. Uiteindelijk is het mogelijk om hem op de laatste dag van de vergaderweek, een donderdag, nog even te spreken voordat hij weer terugreist naar Brussel.
Het voordeel is dat het donderdagmiddag erg rustig is in de persbar. Bijna iedereen is dan alweer terug naar de Belgische hoofdstad. De gangen zijn uitgestorven. Alleen in het rokersgedeelte van de bar zitten nog wat journalisten na te puffen. Daar wil de uitgesproken europoliticus vanwege de rook absoluut niet bij in de buurt zitten. Daarom strijken we met onze koppen thee neer aan de andere kant van de bar, dicht bij de uitgang, aan een tafeltje met drie stoelen.
Hoe is de Slowaak, die met zijn lange haar en grove sieraden afwijkt van de standaard uitstraling in het Europees Parlement, in Brussel terechtgekomen? Hij vertelt dat hij zag dat christenen in zijn land een stap achteruit gingen zetten. Hij heeft toen een organisatie opgericht om christenen te motiveren publiekelijk uit te komen voor hun geloofsovertuiging. Het is volgens de parlementariër onder andere nodig dat zij publieke functies zoals die van burgemeester, docent en rechter gaan vervullen. „Als christenen moeten wij ons niet van de samenleving afscheiden, maar juist het Evangelie brengen.”
Zo rolde Skripek de politiek in. De OLaNO-partij, een conservatieve partij van onafhankelijke personen, nodigde hem uit om zich kandidaat te stellen voor de Slowaakse parlementsverkiezingen. „Ik besloot daarmee akkoord te gaan en belandde als nummer 64 op de lijst. Dat is absoluut geen goede startpositie om het parlement mee in te komen.”
Grap
„Dat ik toen wel met zo veel stemmen werd verkozen als parlementslid zie ik als de weg, maar ook als een grap van God. Het is een goede grap, want ik vertelde tegen iedereen dat ze als christen publieke functies moesten bekleden, maar uiteindelijk was ik het die werd gekozen om de politiek in te gaan.”
Toen hij in het nationale parlement zat, merkte hij dat veel invloed vanuit de Europese Unie kwam. „Ik heb ervoor gebeden en toen in 2014 besloten me kandidaat te stellen voor het Europees Parlement. Opnieuw werd ik laag op de kandidatenlijst gezet. Mensen die mij steunden, waren ontmoedigd. Ze vonden dat er met mij werd gespot. Toch heb ik het gered en nu zit ik hier.”
Dat veel Europarlementariërs in het Europees Parlement verbergen dat ze christen zijn, noemt de Slowaak de grootste tegenvaller van de afgelopen vijf jaar. Maar Skripek verbergt het niet: „Ik schaam mij het Evangelie niet.” Ook verzet hij zich tegen het verplicht accepteren van bepaalde situaties. „Het is goed om de ander altijd te respecteren, maar het is niet oké dat je verplicht wordt bepaalde gedachten te accepteren. Neem bijvoorbeeld de genderdiscussie. We maken onszelf God en gaan tegen de natuur in. Waarom wordt dit zo gepusht?”
Skripek heeft geen tijd meer om hier verder op in te gaan, zijn assistente staat al ongeduldig naast het tafeltje te wachten. „Ik moet nu echt gaan!” Toch is het mogelijk om nog één vraag beantwoord te krijgen. Wat waren zijn hoogtepunten? Zijn assistente noemt in sneltreinvaart een heel reeks punten op, waaronder de zaak van Asia Bibi en verbeteringen op het gebied van godsdienstvrijheid.
Rustig
In tegenstelling tot de wat gehaaste en drukbezette Skripek, lijkt Europarlementariër Arne Gericke alle tijd te hebben. Hij neemt tijdens een andere vergaderweek in Straatburg op zijn kantoor op de achtste verdieping rustig de telefoon op. Tijd voor een interview heeft hij wel. Over een uurtje? Geen enkel probleem.
Minder druk heeft hij het echter niet. Naast zijn werk als lid van het Europees Parlement is hij vader van zeven kinderen, onder wie drie pleegkinderen. Zijn jongste was twaalf jaar oud toen hij in 2014 als Europarlementariër werd gekozen. In Brussel en Straatsburg focust hij vooral op gezinsbeleid. Zijn ervaringen met een groot gezin zullen daar vast invloed op hebben gehad.
Wel lijkt de combinatie van gezinsbeleid en het Europees Parlement een ongebruikelijke, vooral voor een conservatieve europoliticus. Normaal gesproken pleiten de eurokritische conservatieven er namelijk voor dat gezinsbeleid een bevoegdheid van de EU-lidstaten is en moet blijven. Op dit gebied is de Europese Unie ook officieel niet actief.
Maar volgens Gericke botst zijn inzet in het Europees Parlement voor gezinnen en families niet met de soevereiniteit van de EU-landen. In zijn kleine kantoortje, dat vanwege de grote ramen een prachtig uitzicht geeft op de binnenplaats van het ronde parlementsgebouw, legt hij zijn positie uit. Uiteraard ontbreekt een gezinsfoto niet op zijn bureau.
„Inderdaad, gezinsbeleid is een kwestie voor de nationale lidstaten. Wat ik hier in het Europees Parlement doe, is een soort Bijbel schrijven met aanbevelingen op het gebied van gezinsbeleid voor de EU-lidstaten. Het moet worden gezien als een verdediging van christelijke normen en waarden. De Europese Unie staat niet voor de waarde van het gezin. Zie bijvoorbeeld de ontwikkelingen op het gebied van abortus.”
Geconfronteerd
„Ik maak dus een handleiding, je kunt het ook zien als een woordenboek, voor de lidstaten met voorstellen hoe gezinnen en families beter kunnen worden ondersteund. Ik heb andere christelijke Europarlementariërs ook met het document geconfronteerd, maar velen durven in het Parlement niet voor hun christelijke overtuiging uit te komen vanwege de partij of fractie waarbij ze zijn aangesloten.”
Daar heeft Gericke zelf ook wat ervaring mee. Hij was jaren lid van de Duitse Familiepartij: namens deze partij kwam hij in 2014 in het Europees Parlement. „Terugkijkend, het is geen christelijke partij. Ja, op het gebied van gezinsbeleid kwamen we overeen, maar op alle andere onderwerpen niet. Zo was mijn positie ten opzichte van Israël en de Joden niet in overeenstemming met die van de partij. Ik ben uiteindelijk in 2018 overgestapt naar de kleine christelijke partij Bündnis C. Daar delen ze wel mijn visie op het huwelijk en abortus.”
Het werk van Gericke kenmerkt zich door een uitspraak die hij in zijn kinderjaren in Papoea-Nieuw-Guinea hoorde: „Je hebt een heel dorp nodig om een kind groot te brengen.” De opvoeding van kinderen gaat de Europarlementariër aan het hart. Zelf heeft hij een carrièreswitch gemaakt toen hij merkte dat hij te veel afwezig was in het opvoeden van zijn kinderen. Zijn vrouw bleef in eerste instantie thuis met de kinderen, later deed hij dat.
Kwaliteiten
Volgens de Duitser is thuisblijven met kinderen niet nietsdoen, maar juist hard werken. Dat ervaarde hij zelf toen zijn vrouw weer aan de slag wilde als verpleegkundige. „Ze solliciteerde en werd meteen aangenomen. Alleen niet als verpleegkundige, maar als hoofd van de afdeling. Het ziekenhuis erkende haar werk in het gezin en vond dat ze daardoor de kwaliteiten had om gelijk leidinggevende te worden. Ik ben in die periode als zelfstandige gaan werken, zodat ik altijd thuis kon zijn als onze kinderen ook thuis waren.”
Gericke pleit op Europees niveau voor erkenning van ouders die thuis werken. „Het huidige systeem in Europa is dat ouders veel steun krijgen voor kinderopvang en dergelijke. Waarom krijgen ouders die zelf op hun kinderen passen niet dezelfde steun? De ontwikkeling van de band tussen ouders en kind is de eerste twee jaar na de geboorte het belangrijkst. Daarom zou ik willen zien dat vrouwen na de bevalling werkgarantie hebben, ook als ze bijvoorbeeld drie jaar niet voor hun werkgever zouden werken. Dat maakt het makkelijker voor moeders om ervoor te kiezen de eerste jaren bij hun kind te blijven.”
De Duitser neemt zijn opvoeding in Papoea-Nieuw-Guinea en zijn opvattingen over het gezin ook mee wanneer hij met andere ambtenaren spreekt. Een uitnodiging om hem te vergezellen naar zijn volgende afspraak valt niet af te slaan. De gezinsfoto die op het bureau staat, hoeft hij ondertussen niet te missen. In zijn portemonnee heeft hij er ook eentje. En die laat hij maar al te graag zien aan iedereen die op het onderwerp van gezin hint.
Branislav Skripek
Branislav Skripek wordt op 30 augustus 1970 in Piestany, Slowakije, geboren. Na zijn middelbareschooltijd in de Slowaakse hoofdstad Bratislava wordt hij op 18-jarige leeftijd opgeroepen voor de verplichte militaire dienst.
Na zijn dienstplicht te hebben voldaan, gaat hij theologie studeren. Hij wordt daarna een verzorger voor gehandicapte jongeren in Bratislava. Daar richt hij ook een christelijke jongerenorganisatie op. Voor die organisatie reist hij door Slowakije met de ”Campagne voor Jezus”, die jongeren motiveert om er openlijk voor uit te komen dat ze christen zijn.
Skripek wordt in 2012 lid van het Slowaakse parlement voor de OLaNO-partij, een conservatieve verzamelpartij van onafhankelijke personen. Voor dezelfde partij wordt hij in 2014 lid van het Europees Parlement. Daar sluit hij zich aan bij de Europese Conservatieven en Hervormersfractie en bij de christelijke koepelpartij European Christian Political Movement (ECPM).
Als Europarlementariër is de Slowaak onder andere lid van de commissie burgerlijke vrijheden en de delegatie voor de betrekkingen met Israël.
Skripek heeft zich voor de Europese Parlementsverkiezingen van 2019 opnieuw verkiesbaar gesteld. Hij heeft in 2019 samen met Europarlementariër Anna Zaborska een nieuwe conservatieve partij opgericht.
Arne Gericke
Arne Gericke wordt op 19 november 1964 in Hamburg, Duitsland, geboren. Hij woont een groot gedeelte van zijn jeugd in Papoea-Nieuw-Guinea, waar zijn ouders zendelingen zijn. Op zijn vijftiende komt hij weer terug naar Duitsland.
Na zijn schoolloopbaan vervult Gericke diverse posities in de groothandel. Uiteindelijk geeft hij in 2004 zijn baan als directeur van een seniorencentrum op om spreker en geestelijk werker te worden. De reden voor zijn carrièreswitch is dat hij zo meer thuis kan zijn met zijn gezin.
Ondertussen houdt Gericke zich in die periode bezig met nationale politiek. Hij wordt in 2006 voorzitter van de Duitse Familiepartij. Namens deze partij wordt hij in 2014 lid van het Europees Parlement. Daar sluit hij zich aan bij de Europese Conservatieven en Hervormersfractie en bij de christelijke koepelpartij European Christian Political Movement (ECPM).
Als Europarlementariër is de Duitser onder andere lid van de commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid. Zo heeft hij zich onder meer ingezet voor borstvoedingsvriendelijke plekken in Europa.
Gericke heeft zich voor de Europese Parlementsverkiezingen van 2019 opnieuw verkiesbaar gesteld. Wel is hij van nationale partij gewisseld. Hij verliet de Duitse Familiepartij en is nu lid van kleine christelijke partij Bündnis C.