Column: Laat die stempas niet ongebruikt liggen
Heeft u de stempas voor de verkiezingen van de leden van het Europees Parlement al ontvangen? Als het net zo gaat als bij de Europese verkiezingen vijf jaar terug, laat meer dan de helft van de kiezers die ongebruikt liggen. Of ze verscheuren de pas. Uit frustratie of een gevoel van machteloosheid doen ze niet mee aan de Europese verkiezingen. „Mijn stem doet er toch niet toe.”
Anderen menen dat je door te gaan stemmen alleen maar bijdraagt aan meer Europese eenwording. In religieuze retoriek werk je dan aan „de Europese torenbouw van Babel” mee. Dat klinkt vroom, maar raakt kant noch wal. Want iedereen weet natuurlijk dat in een democratie de regel opgaat: wie zwijgt, stemt toe in wat de meerderheid doet.
En wat doet die meerderheid van de Nederlandse leden in het Europarlement? Tot nu toe steunt zij de idee van Europese integratie. Zij vindt het positief wanneer de Europese Unie steeds meer bevoegdheden krijgt. Een nog ruimere Europese begroting is ook prima. Alsof de EU lijkt op een fiets waarop je altijd maar vooruit moet rijden, anders val je om. Alsof Europese eenwording de haarlemmermeerolie is waarmee je allerlei internationale problemen oplost.
Wie tegen die gedachte zijn stem verheft, krijgt de wind van voren. Van bijvoorbeeld Frans Timmermans, Europees Commissaris en PvdA-lijsttrekker. Hij waarschuwt voor het grote gevaar van het oprukkende nationalisme. Hij ziet dat opdoemen in Hongarije en Polen. Maar ook bij populistische partijen in Oostenrijk, Frankrijk, Duitsland en Nederland. En natuurlijk bij de brexiteers, want die willen dat hun land uit de Europese Unie stapt.
Maar waardoor wordt dit nationalisme opgeroepen? Die vraag hoor je Timmermans en de zijnen niet stellen. Begrijpelijk, want dan moeten hij en zijn (te) riant betaalde collega’s van de Europese Commissie veel te goed in de spiegel kijken. Aan zelfreflectie doen. En daar is de Europese Unie bijzonder slecht in.
Wanneer eurofiele politici van PvdA, D66, GroenLinks, VVD en andere wel goed in de spiegel keken, dan ontdekten ze dat hun streven naar een federale Europese superstaat niets anders is dan een uitvergrote variant van het nationalisme dat zij zo fanatiek bestrijden. Timmermans en andere eurozeloten schieten in eigen voet. Hun eurocentralisme, dat als een verstikkende deken over de burgers in de Europese lidstaten wordt uitgerold, is nóg riskanter dan het kleinschaliger nationalisme. Het ondermijnt sluipenderwijs de democratie en de rechtsstaat – want die hebben nu eenmaal een nationaal tehuis, een gedeelde cultuur en verbondenheid nodig om goed te kunnen functioneren.
Daar komt het progressieve paternalisme dat linkse en liberale partijen aan de dag leggen nog bij: zij werken aan een seculiere en liberale Europese Unie, met universele rechten voor elk individu, gegarandeerd door de Europese superstaat. Het grote belang van hechte samenlevingsverbanden zien ze finaal over het hoofd. Denk aan het gezin, de natiestaat, dorpsgemeenschappen, kerken en scholen. Zulke verbanden moet je koesteren; ze bieden houvast en geborgenheid. Dát missen mensen in tijden van globalisering, immigratie en dreiging van terreur. Een Europees luchtkasteel biedt nu eenmaal geen behaaglijk woon- en leefklimaat. Kiezers voelen dat haarscherp aan. Waarom zouden ze stemmen op politici die telkens weer uitleggen dat ze niets aan de situatie kunnen veranderen en dat er geen alternatief is voor ”meer Europa”?
Gelukkig is er wel een minderheid in het Europees Parlement die pleit voor een grondig hervormde Europese Unie, waarin de lidstaten weer aan het roer komen en die zich beperkt tot het noodzakelijke. Maar bovenal haar beleid baseert op essentiële Bijbelse waarden van gerechtigheid, trouw en rentmeesterschap.
Wat mij betreft, vormt de huidige minderheid na 23 mei een meerderheid in het Europarlement. Dat betekent wel dat u die Europese stempas niet ongebruikt mag laten liggen. Anders geeft u ruim baan aan krachten en machten die de ”Europese Babelcultuur” bevorderen en het christelijk alternatief bestrijden. Dat zou zonde zijn.
De auteur is directeur van het wetenschappelijk instituut voor de SGP en lijstduwer voor ChristenUnie-SGP.