Haat zonder kalifaat; IS blijft actief in terreur
Waarom horen we zoveel over Islamitische Staat? Dat moorddadige kalifaat werd eerder dit jaar toch definitief verslagen? Nou nee. Het opnieuw opduiken van leider Abu Bakr al-Baghdadi en de aanslagen in Sri Lanka laten zien dat IS ook zonder eigen grondgebied nog altijd slagkracht heeft.
Vijf jaar geleden was de naam opeens overal. ISIS. Islamitische Staat in Irak en Syrië. Iedereen had het erover in het roerige voorjaar en de vroege zomer van 2014.
Een half jaar daarvoor bracht haast niemand die naam in verband met islamitische terroristen. Isis was een meisjesnaam, een Egyptische godin, of hooguit een afkorting van een bedrijfsnaam.
Maar in het tijdsbestek van een paar maanden veranderde alles. Eind oktober 2013 kreeg een tot dan toe onbekende terreurgroep met de naam ISIL of ISIS haar eerste vermelding in de krant. Toen vielen zo’n duizend jihadisten die onder meer aan ISIS waren gelieerd, de christelijke plaats Sadad in Syrië binnen.
Daarna ging het van kwaad tot erger. Vooral in de vroege zomer van 2014 rukten de troepen van de terreurgroep, inmiddels omgedoopt tot IS, razendsnel op. Raqqa werd bezet. Bagdad lag onder vuur. Mosul werd ingenomen. De leider, Abu Bakr al-Baghdadi, riep in de belangrijkste moskee van Mosul triomfantelijk een kalifaat uit. Voor het eerst in negentig jaar sinds het einde van het Ottomaanse Rijk kende de wereld weer zo’n utopisch toevluchtsoord voor alle moslims.
Maar dit kalifaat was anders. Er ging haast geen dag voorbij of de naam van het nieuwe en moorddadige rijkje was prominent in het nieuws. Iraakse jezidi’s werden op grote schaal vermoord. Een Jordaanse piloot werd levend verbrand. Meer dan 1500 sjiitische militairen in opleiding werden afgeslacht. Egyptische christenen werden op een strand publiekelijk onthoofd. Er leek geen eind te komen aan de lijst van oorlogsmisdaden uit naam van IS.
Eufraat
Het zou uiteindelijk bijna vijf jaar duren voordat al het grondgebied van IS weer werd heroverd. Pas goed en wel een maand geleden, eind maart 2019, werden de laatste bolwerken langs de Eufraat in het grensgebied tussen Syrië en Irak ingenomen. IS leek geschiedenis.
Leek, want alleen het territorium was ontmanteld. Deskundigen waarschuwden er al langer voor: het gewelddadig gedachtegoed en gecoördineerde aanslagen in naam van IS zullen gewoon doorgaan. Sri Lanka vormt het laatste trieste bewijs van de waarheid van die stelling. Het einde van het kalifaat zorgt er voor dat IS-aanhangers meer dan ooit zijn aangewezen op andere vormen van geweld dan ‘gewone’ oorlogsvoering. Ofwel: ongebreidelde terreur.
Het zijn dat soort acties die de kalief zonder kalifaat, Abu Bakr al-Baghdadi, propageert in een nieuwe video die deze week opdook. Dat was bijzonder. Van de zelfbenoemde kalief zijn maar twee video’s bekend. De eerste is van de zomer van 2014, toen hij het kalifaat uitriep. De tweede komt vijf jaar later, nu zijn grondgebied is verdampt.
In de video zweert al-Baghadi wraak voor de wereldwijde campagne tegen IS. Een later toegevoegde audioboodschap stelt dat ook de door IS opgeëiste aanslagen in Sri Lanka tegen onder meer christenen onderdeel uitmaken van de wraakcampagne.
Daarmee zegt de IS-leider feitelijk niets nieuws. Sinds IS als kalifaat in het defensief werd gedrongen –en dat is al enkele jaren geleden– eisen aanslagen en andere acties van zijn aanhangers nog zeker enkele duizenden doden per jaar. Dat is overigens veel minder dan toen IS nog over een kalifaat beschikte. Vergeleken met 2014 is het aantal aanslagen flink afgenomen, blijkt uit cijfers van de Amerikaanse onderzoeksgroep START, die is gespecialiseerd in terrorisme. Desondanks zijn IS-aanhangers ook anno 2019, zonder kalifaat, nog altijd de dodelijkste terroristen op aarde.
Lokale cellen
De recente video van IS-leider al-Baghdadi dient mede om te onderstrepen dat die dodelijke precisie nog altijd rechtstreeks wordt aangestuurd vanuit diens onbekende hoofdkwartier. Het beeld dat eruit opdoemt is dat van een kalief die zich heeft ontwikkeld tot de ultieme militaire leider –let op het wapen naast hem– die ook in de verdrukking nog altijd stevig de touwtjes in handen heeft. Hij presteerde het zelfs om een nieuwe provincie van IS uit te roepen: die van Turkije.
Maar dat beeld is vooral propaganda. Het is juist zorgelijker dat de strijders van het voormalige kalifaat in staat zijn tot goed gecoördineerde aanslagen zonder dat er hoofdkwartieren zijn om ze aan te sturen. In plaats van grootschalige bases ontstaan er steeds meer lokale cellen. De Amerikaanse overheid maakt zich over deze ontwikkeling grote zorgen. Terroristen zijn nu meer dan ooit „verspreid en verborgen”, aldus een rapport uit 2018 van de Amerikaanse overheid over deze problematiek.
Internet blijkt voor het tijdperk van na het kalifaat een prima middel om volgelingen op afstand te inspireren. Bovendien, zo waarschuwen de Amerikanen, is er sprake van een „groeiend kader van ervaren, ontwikkelde en onderling verbonden terreurnetwerken.” Het bestrijden van dat soort netwerken is veel lastiger dan een oorlog tegen een kalifaat met een grondgebied en een centrale commandostructuur.
Centraal-Azië
En zo kan het dat IS aanslagen pleegt in het Midden-Oosten (vanzelfsprekend omdat het daar zijn wieg heeft), in het Westen (relatief gezien niet veel, maar ze zorgen wel voor grote opschudding), in Noord- en zelfs Centraal-Afrika (een beetje ondergesneeuwd in het nieuws, maar al lange tijd een doelwit van IS-terroristen) en in Centraal- en Oost-Azië.
Vooral in die laatste regio groeit de activiteit van IS en aanverwante terreurgroepen. Dat is terug te zien in overzichten van landen waar de meeste aanslagen plaatshebben. Irak staat daarin met stip op nummer één – dat is al jaren zo. Er lijkt weinig hoop op dat dit snel gaat veranderen; cellen van IS hergroeperen zich in juist in regio’s als Kirkuk en Ninevé, waar vanouds veel christenen wonen.
Maar de rest van de top vijf bestaat uitsluitend uit landen in Centraal- en Oost-Azië: Afghanistan, India, Pakistan en de Filipijnen. Met andere woorden: de golf van aanslagen verplaatst zich min of meer oostwaarts op de wereldkaart. De recente aanslagen in Sri Lanka bevestigen die trend.
Mythisch begrip
In de islamitische geschiedenis is er een zwaarbeladen naam voor de regio van vooral Centraal-Azië: Khorasan. Dat mythische begrip betekent letterlijk ”Land van de rijzende zon”. IS gebruikt de naam al jaren voor zijn filiaal in Afghanistan, dat vooral vanuit het oosten van het land opereert. Maar ook al-Qaida gebruikt dit begrip.
Dat laatste is ook niet zo vreemd. Door een naam als Khorasan te gebruiken, sluiten ze naadloos aan bij een overlevering van Mohammed. Die zou gezegd hebben dat „zwarte vlaggen vanuit Khorasan zullen komen, en niets zal ze kunnen tegenhouden totdat ze in Jeruzalem worden geplant.” In een andere overlevering refereert Mohammed eraan dat de mannen met zwarte vlaggen uit Azië uiterst gewelddadig zullen zijn.
Dat soort voorspellingen werden tijdens de hoogtijdagen van IS veelvuldig geciteerd. Het glossy magazine van IS, Dabiq, werd zo genoemd omdat vanuit deze Syrische plaats de definitieve overwinning zou komen.
Het liep anders. Dabiq was maar korte tijd in handen van IS en nadien kreeg het blad snel een andere naam. De eindtijdverwachtingen uit de begintijd van de islam hebben onder sommige extremisten desondanks maar weinig aan aantrekkingskracht ingeboet. Dat kan ook nauwelijks: een groot deel van hun handelwijze is daarop gebaseerd. De juistheid van deze voorspellingen in twijfel trekken is morrelen aan hun eigen bestaansrecht.
De conclusie is dan ook onontkoombaar: zolang sommigen zich laten meeslepen door de gewelddadige eindtijdretoriek die onder de volgelingen van Abu Bakr al-Baghadi populair is, zullen er aanslagen worden gepleegd die het gelijk van dergelijke stellingen bewijzen – als een zichzelf vervullende profetie.
Haat zonder kalifaat; IS blijft actief in terreur
Ondanks verlies van het kalifaat in Irak en Syrië vormt de militante groepering Islamitische Staat nog steeds een bedreiging voor de veiligheid in veel landen.
Irak: Slapende cellen hergroeperen zich in provincies als Anbar, Diyala, Kirkuk, Ninevé en Salahuddin. Eén van de gebruikte tactieken is kidnapping, met als doel de regering in Bagdad te ondermijnen.
Syrië: IS past guerrillatactieken toe zoals bomaanslagen in onder meer het noordoosten. In de afgelegen centrale woestijn heeft IS nog gebied in handen. Verder zijn er slapende cellen in heel Oost-Syrië.
Nigeria: De terreurgroep Boko Haram heeft trouw gezworen aan IS, als de provincie West-Afrika. Strijders zijn vooral actief in de regio rond het Tsjaadmeer: Nigeria, Kameroen, Tsjaad en Niger.
Egypte: Aan IS gelieerde strijders bevinden zich vooral in de Sinaï. In de rest van het land komen sporadische cellen voor.
Saudi-Arabië: IS heeft aanslagen gepleegd tegen veiligheidstroepen en sjiitische minderheden. Ook worden regelmatig aanslagen verijdeld, zoals op 21 april ten noorden van Riyad.
Afghanistan: Overwegend al-Qaidagebied, maar de oostelijke provincie Nangharhar is door IS omgedoopt tot IS in Khorasan.
Democratische Republiek Congo: Nieuw werkterrein voor IS. De groep claimde de eerste aanslag op 18 april. Er zijn banden met andere rebellengroepen in het land.
Sri Lanka: IS claimde bomaanslagen op kerken en hotels op paaszondag. Autoriteiten wijzen naar twee binnenlandse terreurgroepen, die vermoedelijk banden hebben met IS.
Indonesië: Losse groeperingen van IS-sympathisanten plegen aanslagen, zoals de Jemaah Ansharut Daulah, die in mei 2018 een zelfmoordaanslag pleegde in Surabaya.
Filipijnen: Lokale militante groepen op het eiland Mindanao hebben trouw gezworen aan IS. Deze groepen plegen vaak bomaanslagen op onder meer regeringstroepen.