Lintjesregen in Zeeland: „Een goudklompje”, noemt de burgemeester mevrouw Stouten
Dag in dag uit bezoekt Joke Stouten-Bevelander uit Bruinisse haar 100-jarige blinde moeder. Ze zingt en bidt met haar, of leest haar voor. Niets is mevrouw Stouten te veel.
„U staat voor iedereen klaar en bent hartelijk en meelevend”, prijst burgemeester Gerard Rabelink van Schouwen-Duiveland de Zeeuwse vrouw. Ze krijgt een lintje uitgereikt. „U bent een voorbeeld van iemand die echt werk maakt van eenzaamheidsbestrijding”, zegt de burgemeester vrijdagmorgen rond negen uur in een zaaltje van een restaurant op de Grevelingendam, dat uitzicht biedt op de Oosterschelde. „Een goudklompje”, noemt de burgemeester mevrouw Stouten.
Gebakjes
In het zaaltje zijn ze het roerend eens met de waarderende woorden van de burgemeester. „Ze verdient het lintje”, knikt Corrie Haeck (81) aan een tafeltje waar oranje gebakjes worden uitgedeeld. „Ze is een bezige bij en wordt nooit boos”, klinkt het in de groep, waar sappig Zeeuws over tafel rolt.
Stouten wordt benoemd tot lid in de Orde van Oranje Nassau vanwege haar inzet voor onder meer de hervormde vrouwengroep en de bejaardensoos in Bruinisse.
Ook tachtiger Geerard la Grand krijgt een lintje opgespeld. Burgemeester Rabelink noemt hem een „groot zangliefhebber.” Hij steekt ook de loftrompet over zijn inspanningen voor visserijgerelateerde musea in Bruinisse. „Dat soort werk is uw lust en uw leven.” Zo organiseerde La Grand een tentoonstelling over palingvisserij en gaf hij luister aan het 550-jarig bestaan van Bruinisse, Bru voor Zeeuwen.
La Grand is goud waard, weten ook Leen en zijn vrouw Lenie van der Cingel. Moet geregeld worden dat kinderen mosselschelpjes schilderen? Bolussen bakken? Het rooster voor suppoosten regelen? La Grand draait er zijn hand niet voor om. Hij heeft gouden handjes. „Als er wat kapot is, maakt hij het.”
Mannenkoor
Na de ceremonie in Bruinisse haast burgemeester Rabelink zich naar het nabijgelegen Nieuwerkerk. Daar wordt Philip Bogert in het zonnetje gezet. Hij krijgt een lintje voor onder meer zijn inzet voor het mannenkoor, de School met de Bijbel en voor de kiesvereniging van de SGP.
De burgervader noemt het een „keurige prestatie” dat het aantal van 75 koorleden op peil blijft. „En misschien stijgt dat aantal zelfs een beetje.” Bogert glimlacht. „U bent van harte welkom.” De ongeveer veertig belangstellenden in de monumentale Johanneskerk in Nieuwerkerk schieten in de lach.
De Zeeuw is in zijn nopjes met het lintje. „Ik ben totaal overrompeld”, zegt hij desgevraagd. „Ik dacht: Dit zal voor mij niet weggelegd wezen. Ik heb gedaan wat ik moest doen.”
Pleegkinderen
Onmiskenbaar zit er aan de ceremonie even later in de Gasthuiskerk in Zierikzee een bijzonder tintje. Daar krijgen namelijk André Flikweert én zijn vrouw Marjan Riedijk een koninklijke onderscheiding opgespeld.
Onder meer voor hun activiteiten voor de kerk, het CDA, voor pleegkinderen en voor historisch, lokaal onderzoek. „U bent als geen ander in staat kinderen in hun waarde te laten en hoop te geven voor de toekomst”, prijst de burgemeester Marjan Riedijk, die „opkomt voor de zwakken.”
Haar man, die wordt benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau, krijgt waardering voor bijvoorbeeld zijn inzet voor in kerkelijke organen binnen de PKN. De burgemeester noemt Flikweert ten overstaan van tientallen genodigden onder meer „aimabel.”
Ook de hervormde ds. P. de Graaf, predikant in Zierikzee, wordt Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Bij kerkelijke perikelen „verstaat hij de kunst mensen ontvankelijk te maken voor elkaars standpunten. Hij liet iedereen in zijn waarde, maar hakte wel knopen door als dat nodig was.”