Architect Bouwstra: Herbouw Notre-Dame lastige en langdurige klus
Nu het vuur van de Notre-Dame is gedoofd, is het de vraag hoe de kathedraal weer uit de as zal herrijzen. De grootste uitdaging is nog de organisatie van de restauratie, stelt Cor Bouwstra, directeur van het Verlaan & Bouwstra architectenbureau in Vianen.
Bouwstra heeft ruime ervaring met het restaureren van monumentale gebouwen, waaronder diverse kerken en kastelen. Hij legt uit wat er gedaan wordt na een grote brand bij een kerk. „Eerst moet je zorgen dat het gebouw en interieur worden veiliggesteld, zodat er niet meer schade ontstaat. Gewelven worden gestabiliseerd, om instorten te voorkomen. Daken worden afgedekt, ter bescherming tegen weersinvloeden.”
In een tweede stadium begint het opruimwerk. „Dit moet heel voorzichtig gebeuren. Veel resten bevatten informatie die nodig is voor de reconstructie.”
Daarna volgt „klassiek onderzoek” naar de oorspronkelijke staat van de kerk. Een geluk bij een ongeluk is dat de Notre-Dame uitstekend is gedocumenteerd. Zo heeft kunsthistoricus Andrew Tallon met behulp van lasertechniek een driedimensionaal beeld van de kerk gemaakt, dat is gebaseerd op ongeveer een miljard datapunten.
Reconstructie
Na het onderzoek bedenken de betrokken architecten een plan voor de wederopbouw. „Een belangrijke vraag hierbij is: hoe wil je het gebouw hebben? Wil je het precies reconstrueren zoals het was toen het opgetrokken werd in de 12e en 13e eeuw? Of wil je het herbouwen zoals het gebouw is gegroeid met alle eigenaardigheden door opeenvolgende restauraties?”
Volgens Bouwstra verschillen de opvattingen hierover tussen Franse en Nederlandse architecten. Eerstgenoemden willen het liefst alles reconstrueren naar de oorspronkelijke staat. Daarentegen zien Nederlandse restaurateurs een gebouw meer als „drager van de geschiedenis.” Zij vinden dat ze die historische ontwikkeling van een gebouw ook in het nieuwe gebouw mogen weergeven. „De geschiedenis van een bouwwerk houdt niet op. Als het lukt om een monument in ere te herstellen, dan wil je daar ook wat van laten zien. Bijvoorbeeld door een raam in hedendaagse stijl toe te voegen.”
Praktische overwegingen spelen ook een rol. „Je moet je afvragen of de kerk voldoet aan alle wensen die er zijn, of dat er mogelijk aanpassingen moeten worden gedaan. Denk aan het aantal zitplaatsen, de akoestiek of sanitaire voorzieningen. Gebouwen veranderen voortdurend.”
Collectieve rouw
De architect ziet grote uitdagingen voor het herstel van de Notre-Dame. „De organisatie van de restauratie is wellicht nog het moeilijkst. Je moet een groot team met experts bij elkaar brengen, waaronder kunsthistorici, conservatoren en restauratoren. Maar ook vaklui die praktisch bezig zijn, zoals dakdekkers, loodgieters, metselaars, steenhouwers, houtbewerkers, schilders en decorateurs.”
Een restauratie is volgens Bouwstra geslaagd als het gebouw weer een „geloofwaardige uitstraling heeft: als je als bezoeker niet ervaart dat er schade is geweest.”
De verwoesting van een gebouw zorgt voor „een proces van collectieve rouw.” Daarom is het volgens de architect van belang om de betrokkenen ook mee te nemen in het herstelproces. „Als restaurateur moet je een positief gevoel uitstralen naar de omgeving. Zo van: de klus is geklaard, we hebben wat verloren maar er ook weer iets fantastisch voor teruggekregen.”
Bouwstra verwacht niet dat de Notre-Dame kan worden gerestaureerd binnen de vijf jaar die de Franse president Macron in een televisietoespraak dinsdagavond beloofde. „Alleen al de voorbereiding zal minimaal drie tot vier jaar vergen. Voor een eenvoudige kerk doen wij daar zo’n twee jaar over.”