Hoofdorgel Notre-Dame na grote brand ongeschonden
Het wereldberoemde hoofdorgel van Cavaillé-Coll van de Notre-Dame in Parijs is na de grote brand van maandagavond nog intact. Het koororgel in de kathedraal is wel beschadigd.
Dat heeft de viceburgemeester van Parijs dinsdagmorgen bekendgemaakt, meldt persbureau ANP. Volgens Emmanuel Gregoire was er snel een plan om de schatten van de kathedraal te beschermen.
Een van de betrokkenen bij het beheer en onderhoud van de schatten van de kathedraal, Laurent Prades, heeft tegen Franse media gezegd dat het hoofdorgel momenteel onbespeelbaar is door stof en roet, maar dat het door geen druppel bluswater is geraakt en dat er niets is gesmolten of verbrand. Radio Europe1 berichtte dat het instrument „op wonderbaarlijke wijze behouden is gebleven.”
Dat bevestigde organist Vincent Dubois, een van de titulair-organisten van de Notre-Dame, dinsdag tegenover La Lettre du Musicien. „Het is wonderbaarlijk”, aldus Dubois. Hij heeft de hele nacht contact gehad met zijn collega-organisten, Olivier Latry en Philippe Lefebvre. „We geloofden er niet meer in.” Het is zaak volgens Dubois dat de gewelven van het schip zo spoedig mogelijk geconsolideerd worden.
Olivier Latry reageerde dinsdagavond laat in een mail aan iedereen die hem steun had betuigd. „Net als u voel ik me verschrikkelijk verdrietig, met ingehouden woede, totaal neerslachtig. De beelden die we hebben gezien zijn afschuwelijk. Je zou toch denken dat het een boze droom is? Maar de realiteit is anders.”
Ook Latry stelt dat het hoofdorgel, ondanks de schade aan de kathedraal, op „wonderbaarlijke wijze ontsnapte aan de vlammen en aan het water dat de vlammen moest doven.” Het orgel is volgens hem „heel stoffig”, maar „het zal ons blijvend vreugde verschaffen zo gauw de kerk weer is gerestaureerd.” Wanneer dat zal zijn, weet niemand, aldus Latry. „„Breek deze tempel af en in drie dagen zal Ik hem weer opbouwen”, staat er in het Johannesevangelie (Joh. 2). Het zal in de Notre-Dame zeker meer tijd vragen. Maar ik heb vertrouwen en hoop”, aldus Latry.
Het hoofdorgel van de Notre-Dame is van de hand van de beroemde Franse orgelbouwer Aristide Cavaillé-Coll. Deze bouwde in 1868 een nieuw orgel in de bestaande 18e-eeuwse orgelkas, met gebruikmaking van oud pijpwerk. Het vijfklaviers instrument werd in de periode 2012-2014 in twee fasen gerestaureerd, waarbij het onder andere werd voorzien van een nieuwe speeltafel en digitale tractuur. Het orgel werd in september 2014 weer in gebruik genomen.
Het koororgel in de Notre-Dame, een tweeklaviers instrument van de firma Merklin uit 1865 dat dagelijks werd bespeeld, heeft evenmin vlam gevat, volgens Dubois, maar het is wel door bluswater aangetast. Het moet nog blijken wat ervan overgebleven is.
Organist Kees Nottrot uit Bolsward is al tientallen jaren bevriend met Olivier Latry, de hoofdorganist van de Notre-Dame. Nottrot gaf er drie concerten. Tegen de Leeuwarder Courant vertelde hij hoe bijzonder het orgel is. „Of je nu van orgelmuziek houdt of niet, de klanken van het orgel van de Notre-Dame overrompelen iedereen. Het orgel is onvervangbaar.”