Het Mahdi-leger schoot in Najaf een Amerikaanse helikopter neer die een gewonde militair vervoerde. Bij het neerkomen van het toestel raakten twee andere Amerikaanse militairen gewond. In het centrum van de stad werd gevochten op ongeveer 1000 meter van de Imam Ali-moskee, een van de belangrijkste sjiitische heiligdommen. Door de luidsprekers van de moskee werd gemeld dat de Amerikanen het heiligdom hadden beschadigd en de inwoners van de stad werden opgeroepen terug te vechten. In Najaf wonen ongeveer 560.000 mensen.

Eerder op de dag hadden aanhangers van al-Sadr twee keer het hoofdbureau van de politie van de stad belaagd met zwaar machinegeweervuur en granaten. Amerikaanse mariniers schoten Iraakse veiligheidstroepen te hulp om het bureau te verdedigen, waarop het Mahdi-leger zich terugtrok.

De gevechten waren de hevigste sinds de opstand van al-Sadrs aanhang in april en mei. Met de nieuwe aanvallen schendt de geestelijke het staakt-het-vuren dat hij in juni afsprak met de coalitietroepen. Volgens een woordvoerder van al-Sadr waren echter de Iraakse politie en het Amerikaanse leger met schieten begonnen. De woordvoerder liet donderdagavond overigens weten dat de geestelijke zich heeft uitgesproken voor het hernieuwen van het bestand.

In de buurt van Najaf kwam een Amerikaanse militair om het leven toen zijn konvooi door raketten werd geraakt. Vijf anderen raakten gewond.

Bij gevechten van het Mahdi-leger tegen Amerikaanse militairen in Sadr-city, een sjiitische wijk van Bagdad, kwamen vijf burgers om het leven en raakten er ongeveer zestig gewond.

In Basra, in het zuiden van Irak, raakten leden van het Mahdi-leger slaags met Britse troepen. Zeker twee strijders werden gedood. De militie kwam in opstand uit woede over de arrestatie van vier van haar leden een dag eerder. De vertegenwoordiger van al-Sadr in Basra had gezegd een heilige oorlog tegen de Britse militairen te ontketenen.

Bij een zelfmoordaanslag op een politiebureau in Mahawil, een stad van zowel sjiieten als soennieten ten zuiden van Bagdad, vielen 6 doden en 24 gewonden, voornamelijk politiemensen. De dader reed met een busje vol explosieven op het bureau in. Kort voor de aanslag hadden opstandelingen het politiebureau beschoten. Agenten beantwoordden het vuur en schoten vier rebellen dood.

Ook het geweld tegen buitenlanders die in Irak werken voor bedrijven die daar zaken doen met de Amerikanen gaat door. In het noorden van het land doodden gewapende opstandelingen een Turkse vrachtwagenchauffeur. De man werkte voor een olieconcern dat brandstof leverde aan het Amerikaanse leger.

In een poging de golf van gijzelingen van buitenlandse werknemers in Irak het hoofd te bieden, hebben alle landen die daar troepen hebben verklaard niet te buigen voor ontvoerders en hun dreigementen. In een gemeenschappelijke verklaring hebben de 32 landen gezegd „geen concessies te doen aan de terroristen.” Het initiatief voor de verklaring kwam van Bulgarije.

Volgens de Britse omroep BBC is die niet alleen bedoeld als signaal aan de opstandelingen in Irak, maar ook als oorvijg voor de Filipijnen. Manilla trok zijn troepen terug om het leven van een Filipijnse gijzelaar in Irak te redden.

Een onderzoekscommissie van het Deense ministerie van Defensie heeft beaamt dat Deense militairen zich schuldig hebben gemaakt aan het mishandelen van gevangenen in Irak. Dat blijkt uit de eerste voorlopige onderzoeksresultaten die donderdag bekend werden gemaakt.

De commissie onderschrijft eerdere bevindingen dat een vrouwelijke officier die inmiddels officieel in staat van beschuldiging is gesteld, tussen maart en juni 2004 bij zeker vier ondervragingen haar boekje te buiten is gegaan. De gevangen moesten pijnlijke houdingen aannemen en ze werden met gedwongen die pijnlijke positie vast te houden.

Voorts werden de mannen vernederd door ze onder meer op een voor islamieten beledigende manier te ondervragen. Ook werd hun op een ongeoorloofde manier voedsel en water onthouden en werd hun soms het gebruik van toiletten ontzegd, aldus de commissie.