De keus voor Sudan en Algerije: chaos of een nieuwe dictator
Twee presidenten in Arabisch Afrika ruimden het veld, enkele dagen na elkaar. Maar het spannendste komt nu. Worden Algerije en Sudan een nieuw Syrië of een nieuw Egypte?
Toen ik twee weken geleden op deze plaats schreef over het Algerije van president Bouteflika, had ik niet kunnen bevroeden dat in de tien dagen die zouden volgen niet alleen Bouteflika zou aftreden, maar óók de president van Sudan, Omar al-Bashir. Ik schreef toen weliswaar dat nieuwe opstanden en revoluties op de loer liggen in de Arabische wereld, maar ik had er geen vermoeden van dat ze zó dicht onder de oppervlakte lagen.
Het is alsof de tijden van 2010 terug zijn, toen de Arabische opstanden voor het eerst om zich heen begonnen te grijpen. Negen jaar later is het stof verre van neergedaald en ruimen opnieuw Arabische mastodonten na decennia het veld – de één na grofweg twintig jaar, de ander zelfs na dertig. „Het negende seizoen van de Arabische Lente is helemaal niet slecht”, twitterde een grapjas vorige week.
Maar nu zal het er op aankomen. Niemand kan anno 2019 nog beweren dat revoluties in de Arabische wereld automatisch pais en vree brengen – net zomin als revoluties elders dat doorgaans plegen de doen. Het afzetten van dictators is een spectaculaire herhaling van negen jaar geleden, maar gaat de nasleep ook een herhaling worden van toen? Als dat zo is, zal de doos van Pandora voor Algerije en Sudan opengaan. Dan lopen deze landen kans te verzinken in een spiraal van chaos en geweld die nog jarenlang kan aanhouden, zoals Syrië en Jemen laten zien.
Een alternatief is dat er heel snel opnieuw een sterke man aan de macht komt in de Afrikaanse landen die nu zonder president zitten. Hoe dat werkt, laat Egypte zien. In dat geval is duidelijk dat de revolutie voor niets is geweest. De dictator die het leger achter zich heeft, wordt dan ingewisseld voor een nieuwe, doorgaans nog strengere dictator die eveneens het leger achter zich heeft.
Beide uitkomsten zijn ongewenst voor het protesterende volk. Maar wat kan een protesterende bevolking nu precies bereiken? Komt er door aanhoudend protest vanzelf een democratisch regime uit de lucht vallen in landen die nooit een democratie hebben gekend? Niets is weliswaar onmogelijk, maar het zou dan toch voor het eerst zijn.
Dus als democratie niet vanzelf komt, als een nieuwe dictator ongewenst is en als aanhoudende chaos en bloedvergieten nóg erger is, bestaat er dan nog een vierde optie die wellicht meer stabiliteit biedt? Het antwoord is: nee. Ik zie maar één nog niet genoemde mogelijkheid, en dat is ingrijpen vanuit het buitenland. Maar de recente ervaringen in de Arabische wereld, met een Syrië dat wordt verscheurd door tegengestelde internationale belangen, hebben geleerd dat dat evenmin iets is om naar te verlangen.
Het wordt de komende weken dus heel spannend in Algerije en zeker ook in Sudan. Vooralsnog lijkt me de kans op een nieuwe sterke man het grootst. Heel wat andere Arabische landen, zeker die in de Golf, helpen zo’n nieuwe autocraat graag in het zadel. De mooist denkbare uitkomst zou zijn als dit een autocraat wordt die bereid is om de teugels gestaag te laten vieren en geleidelijk zijn land richting een democratie te voeren. Maar erg gerust ben ik er daar vooralsnog niet op.