Elf EU-landen blokkeren besluit WW-export
Een besluit over de in Nederland omstreden nieuwe EU-regels voor ruimere WW-mogelijkheden voor arbeidsmigranten is opnieuw uitgesteld. Elf lidstaten blokkeren een akkoord over een pakket maatregelen om de sociale stelsels in de EU beter op elkaar af te stemmen, bleek vrijdag bij overleg tussen de 28 landen. De export van een werkloosheidsuitkering naar het buitenland is onderdeel van dat pakket.
Acht landen, waaronder Nederland en Duitsland, zijn tegen de nieuwe regels. Vrijdag bleken Malta, Polen en Hongarije zich te willen onthouden van instemming. Daardoor is er niet de benodigde meerderheid voor de beoogde verordening.
Volgens een EU-diplomaat hebben niet alle landen bezwaar tegen de nieuwe WW-regeling voor buitenlandse werknemers, maar hebben ze moeite met andere onderdelen van het pakket, dat in zijn geheel moet worden goedgekeurd.
De Roemeense voorzitter beslist volgende week hoe het nu verder moet.
Minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) is blij met het besluit. Maar hij blijft „voorzichtig en terughoudend”, zei hij in Den Haag. „Het voorzitterschap en de Europese Commissie zijn nog steeds bezig dit erdoor te krijgen.”
Nederland heeft vooral bezwaren tegen uitbreiding van de WW-export. Zo krijgen werknemers die in een ander EU-land na minstens een maand werken onvrijwillig werkloos worden, het recht hun WW zes maanden mee te nemen naar eigen land, mits ze elders voldoende arbeidsverleden hebben opgebouwd. Nu is dat na één dag werken met recht op drie maanden WW-export.
Ook zijn er zorgen in Den Haag over de controle in het buitenland en wie bepaalt of en wanneer in geval van fraude de uitkering wordt gestopt.