Dinsdagmiddag en –avond werden bij verscheidene acties dertien mannen opgepakt. De arrestaties hadden plaats in het noordwesten van de hoofdstad Londen, in Blackburn en in Hertfordshire, Bedfordshire en Lancashire. Ooggetuigen in Blackburn hebben gezien hoe zwaarbewapende politieagenten twee mannen uit hun auto haalden en afvoerden in geblindeerde auto’s.

De arrestanten zijn opgepakt op grond van de antiterreurwetgeving. Een man is woensdag vrijgelaten, de andere twaalf worden verdacht van betrokkenheid bij de „voorbereiding of het beramen" van terreurdaden. Alle arrestanten zijn tussen 20 en 40 jaar en van Aziatische komaf. Ze zijn naar Londen gebracht voor verhoor.

Ook de huizen van de verdachten zijn doorzocht, maar daarbij is volgens een bron bij de politie „niets gevaarlijks" gevonden, zoals chemicaliën of benodigdheden om een bom te maken.

De Britse politie liet weten dat er geen direct verband is met waarschuwingen vanuit de Verenigde Staten dat Amerikaanse banken in Londen mogelijk doelwit zijn van aanslagen door het terroristennetwerk al–Qaeda.

De Britse krant The Times meldde dinsdag dat Amerikaanse bedrijven met vestigingen in Londen, zoals Citigroup, Bank of America en Merrill Lynch, is verzocht extra veiligheidsmaatregelen te nemen. De VS verhoogden zondag de alarmfase in Washington, New York en Newark van Code Geel naar Code Oranje, de op een na hoogste fase voor terreurdreiging.

Reden daarvoor was de arrestatie van een computerdeskundige van al–Qaeda. Op zijn aanwijzing werden bij een inval in een huis in Pakistan documenten gevonden met gebouwen van financiële instellingen die zij als doelwit voor een aanslag voor ogen hadden. Daaronder zouden ook instellingen in Groot–Brittannië zijn geweest.

Sinds de aanslagen in New York en Washington in september 2001 zijn in Groot–Brittannië op grond van nieuwe wetgeving bijna 600 vermeende terroristen gearresteerd bij politieacties. Slechts tegen zo’n honderd mensen is daadwerkelijk vervolging ingesteld.