Handel moet op elk brexit-scenario voorbereid zijn
Zijn bedrijven voorbereid op de brexit? Volgens de Kamer van Koophandel (KvK) luidt het antwoord in de meeste gevallen: ja. Ondernemersorganisatie evofenedex is daar nog niet van overtuigd.
De KvK meldde dinsdag op basis van een enquête dat 17 procent van de Nederlandse bedrijfsleven niet goed is voorbereid op de brexit. Vorig kwartaal was dat nog 29 procent. Bedrijven die zaken doen met het VK zijn niet al te bezorgd.
Rob Zomer is manager internationaal ondernemen bij evofenedex, de organisatie van bedrijven die zaken doen over de grens. Een bericht als van de KvK stelt hem niet meteen gerust. „Ook de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland zei onlangs dat 75 procent van de bedrijven goed is voorbereid. Ik neem die cijfers voor wat ze waard zijn.
Wat ons opvalt is dat wij vanaf januari steeds meer vragen van onze leden krijgen. Velen dachten dat het zo’n vaart niet zou lopen, maar nu de deadline dichterbij komt, worden ze nerveus. Wij hebben steeds gezegd: zorg dat je de risico’s voor jóuw bedrijf in kaart hebt.”
Hebt u meer signalen dat ondernemers zich zorgen maken?
„De totale Nederlandse export is in 2018 naar schatting met 8 procent gegroeid. Maar de uitvoer naar het VK is gelijk gebleven. Voor een deel is dat te wijten aan de waardedaling van het Britse pond, maar ik schrijf het zeker ook toe aan voorzichtigheid bij onze exporteurs. Die beperken hun risico’s.”
Wat moeten bedrijven precies doen?
„Bedrijven die ervaring hebben met export naar landen buiten de EU hoeven niet zo snel iets aan te passen. De procedures voor het VK zijn na de brexit vergelijkbaar met die voor andere derde landen. Maar het is wel verstandig na te gaan of partners in de keten voorbereid zijn. Toeleveranciers bijvoorbeeld, of de transporteur. Als die laatste zijn aanmelding in Portbase (het digitale loket van de Nederlandse havens, TR) niet heeft geregeld, komen zijn wagens de ferry niet op. Ook is het verstandig om contracten na te kijken. Kies bijvoorbeeld voor arbitrage bij een conflict. Een uitspraak van de Nederlandse rechter is straks namelijk niet zomaar meer afdwingbaar in het VK.
Bedrijven die geen ervaring hebben met handel met derde landen krijgen voor het eerst te maken met douaneformaliteiten. Die moeten nadenken hoe ze dat gaan organiseren, of ze zelf alle administratieve zaken afhandelen of dat uitbesteden aan een expediteur. Voor sommige producten moet voedsel- en warenautoriteit NVWA een exportcertificaat afgeven of een importkeuring doen. Daarvoor heeft een bedrijf een account nodig.
Wij maken ons vooral zorgen over die tweede groep. Volgens cijfers van de douane en de Belastingdienst gaat het om 35.000 bedrijven. Daarvan had een paar weken geleden nog maar 10 procent een zogeheten EORI-nummer aangevraagd. Dat is een registratienummer dat je nodig hebt voor de afwikkeling van faciliteiten bij de douane. Zonder zo’n nummer kun je na een harde brexit geen handel drijven met het VK.”
Hoe staat het met de voorbereidingen aan Britse kant?
„Daar zijn ze lang niet allemaal voorbereid op de nieuwe situatie. De ondernemers zijn net zo verdeeld over de brexit als hun parlement. Tegen Nederlandse bedrijven zou ik zeggen: vraag je af of je wel zaken moet doen met bedrijven die zich niet hebben voorbereid, zeker als het om import gaat. Want dan loop jij het risico dat je de goederen die je nodig hebt, niet ontvangt.”