Cash verdwijnt in hoog tempo
Vorig jaar betaalden Nederlanders voor het eerst meer met de pin (55 procent) dan cash (45 procent). Igo Boerrigter (25) onderzocht in opdracht van toezichthouder De Nederlandsche Bank wat er gebeurt als die trend doorzet. Dinsdag studeerde hij af aan de TU Delft.
Wat heeft u onderzocht?
„Ik heb studie gedaan naar het functioneren van het systeem van contant geld en de betekenis ervan in de maatschappij. Dat deed ik onder meer aan de hand van interviews met mensen op straat, gebruikersonderzoeken en gesprekken met belangenorganisaties.”
Wat zijn uw conclusies?
„Het gebruik van munten en biljetten neemt in Nederland steeds meer en steeds sneller af. De concurrentie van andere betaalfaciliteiten zoals betalen met een betaalapp op de mobiele telefoon, is groot. Toch heeft contant geld nog steeds bestaansrecht. Een grote groep mensen is er nog afhankelijk van of kiest er bewust voor. Die verdeel ik in hybride gebruikers –die digitaal én contant betalen, cash-liefhebbers en mensen die digitaal onbekwaam zijn. Daarnaast kan contant geld nodig zijn in crisissituaties zoals een natuurramp of grote hackersactie. In Zweden is contant geld de afgelopen jaren al praktisch verdwenen en daar lopen ze nu tegen problemen aan. Vooral voor laaggeletterden, digitaal minder vaardigen en ouderen, blijkt het problematisch.”
Welke scenario’s zijn denkbaar voor de toekomst van contant geld?
„Het eerste is: niets doen. Dat is geen optie, omdat het systeem dan op den duur niet meer betaalbaar zal zijn. Het produceren en laten circuleren van geld tussen bank, gebruiker en winkelier kost namelijk ook geld.
De tweede mogelijkheid is dat contant geld blijft bestaan, maar dat we een kleiner, goed functionerend systeem ontwikkelen. Dat zouden we kunnen opschalen in crisistijden. Dat gaat dan vooral om het in omloop houden van biljetten en munten. Bij de biljetten zou dit moeten gebeuren door deze fysiek langer mee te laten gaan door ze bijvoorbeeld te maken van plastic. Verder door de echtheidscontrole niet meer bij grote centrale cash-centers te laten plaatsvinden, maar lokaal bij winkeliers in zogeheten smart cash boxes. Bij de munten is ook een stevige ingreep nodig, want de consument houdt die te veel bij zich. Om de munten in circulatie te houden heb ik een herontwerp gemaakt: metalen munten worden plastic chips, die in een houder van de nieuwe generatie pasportemonneetjes meegenomen kunnen worden. Die chips werken overigens niet digitaal.
In het derde scenario zou contant geld plotsklaps weer een behoefte kunnen worden van vrijwel iedereen. Naar mijn idee zouden er voor storingen die kort duren, meer digitale alternatieven moeten komen. Voor grote crisissituaties moet de overheid een noodplan hebben. Ook dan is speciaal gedrukt geld nodig.”