De vrouw, die alleen wordt geïdentificeerd met haar initialen A. S., zegt verder te geloven dat Bin Laden nog leeft. „Ik voel binnen in me dat hij nog leeft. Als hij dood was zou de hele wereld dat weten, omdat de dood van Osama niet verborgen kan worden gehouden.”

A. S., een van Bin Ladens vier vrouwen, vertelt in het vraaggesprek met het blad Al-Majalla uitvoerig over haar leven in Afghanistan met staatsvijand nummer één van de VS, die volgens haar kalmeringsmiddelen slikte, een nierkwaal had en woedend werd toen zij hem vroeg of hij achter de aanslagen op de Amerikaanse ambassades in Oost-Afrika in 1998 zat.

Ook zegt zij dat er spanningen bestonden tussen Bin Laden en Taliban-leider Mullah Mohammed Omar. Bin Laden zou bevreesd zijn geweest voor verraad en uitlevering aan de VS. Ook was haar echtgenoot het niet eens met het onderwijsbeleid van de Taliban en zorgde hij ervoor dat zijn eigen kinderen les kregen in Arabisch, Engels, wiskunde en informatica.

Zij zegt te geloven dat Bin Laden nog in Afghanistan verblijft. „Hij wilde daar altijd sterven en vertelde me ooit dat hij, als hij Afghanistan zou verlaten, zou vertrekken om Allah te ontmoeten.”

Al-Majalla meldt niet waar of wanneer het interview plaatsvond. Het blad publiceert een foto van de identiteitskaart van A. S., maar de foto is onduidelijk en de belangrijkste gegevens zijn onleesbaar. Ook is niet duidelijk in welk land de kaart is uitgegeven.

„Hij had het altijd over een groot project en dat hij het op zich had genomen hun (Amerika en Israël) te confronteren”, aldus A. S. Bin Laden beschuldigde Amerika ervan „Arabieren te vernederen”, zegt zij. „Hij zei dat hij een grote groep jonge strijders had die Amerika haten en klaar staan er tegen te strijden.”

Op de vraag of zij spijt heeft van haar besluit iemand te trouwen die als een terrorist wordt beschouwd, antwoordt zij: „Ik heb geen spijt, omdat het Allahs wil is, en ik hem niet als een terrorist beschouw.”

Enkele dagen voor de aanslagen van september gaf Bin Laden zijn vrouw de opdracht met de kinderen te vertrekken uit hun huis in Kandahar en naar een schuilplaats elders in Afghanistan te gaan. Toen de Amerikaanse luchtmacht 7 oktober 2001 begon met het bombardement op de stellingen van de Taliban en al-Qaida, vertrok A. S. met haar kinderen naar een schuilplaats in de bergen, waar zij twee maanden verbleef voordat zij met haar gezin naar Pakistan werd gebracht.