In de EU als geheel, inclusief de nieuwe lidstaten in het voormalige Oostblok, was 9,1 procent van de beroepsbevolking werkloos. Ook dat cijfer is onveranderd ten opzichte van de maand ervoor.

Nederland, waarvan de meest recente cijfers overigens uit mei stammen, heeft zoals gebruikelijk een lage werkloosheid ten opzichte van de rest van de EU (4,8 procent volgens de definities van Eurostat), maar het aantal mensen zonder werk nam er wel veel sneller toe dan elders. In Groot-Brittannië, Estland en Litouwen daalde de werkloosheid. In Polen is de werkloosheid het hoogst met 18,9 procent.

Ook dinsdag meldde Eurostat dat de industrieprijzen in juni in de eurolanden gelijk zijn gebleven ten opzichte van mei. In vergelijking met een jaar eerder is er een stijging van 2,4 procent.