Vorige week donderdag kreeg hij van de Kamer van Beroep van het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag een forse strafvermindering.

Familieleden en oud-soldaten zongen en zwaaiden met Kroatische vlaggen toen Blaskic (43) de luchthaventerminal binnenliep. Hij had een verklaring voorbereid, maar besloot die niet voor te lezen.

Blaskic, die in maart 2000 een gevangenisstraf van 45 jaar kreeg opgelegd wegens misdaden tegen de moslimbevolking van Bosnië, werd in hoger beroep vrijgesproken van zestien van de negentien feiten. Zijn straf werd teruggebracht tot negen jaar. Omdat Blaskic meer dan acht jaar in voorarrest zat nadat hij zich in 1996 vrijwillig had gemeld in Den Haag, kon hij vrijwel meteen vrijkomen. De resterende maanden van zijn straf zijn hem kwijtgescholden, onder meer vanwege de medewerking die hij heeft verleend, zijn slechte gezondheid en het feit dat hij jonge kinderen heeft.

Het belangrijkste feit waarvan Blaskic is vrijgesproken is de moord op inwoners van het Bosnische dorp Ahmici. In april 1993 vermoordden Bosnisch-Kroatische strijders daar tientallen moslims. Volgens de beroepskamer is er onvoldoende bewijs dat Blaskic verantwoordelijk is voor de etnische zuivering van Ahmici en andere Bosnische dorpen. Wel achtte het tribunaal bewezen dat Blaskic verantwoordelijk was voor de slechte behandeling van moslimgevangenen in kampen die onder zijn leiding stonden.