Orban wil ‘sterke leiders’ voor Europa
De Hongaarse premier Viktor Orban hoopt dat de verkiezingen in mei voor het Europees Parlement Europa „sterke leiders” zal geven, die de nationale staten versterken „zodat Europa weer bij de Europeanen hoort”.
De partij van de nationalistische Orban, die sterk focust op anti-immigratiebeleid, wordt bedreigd met uitzetting uit het reguliere conservatieve EVP-blok in het parlement van de Europese Unie, met het risico de huidige meerderheid uit te hollen. Maar Orban trekt zich daar weinig van aan.
„We willen een sterk Europa, sterke natiestaten en sterke leiders aan het roer van Europa, die hier geen problemen naartoe halen”, zei Orban in een toespraak tijdens een demonstratie van regeringsaanhangers in Boedapest. Hij verwees hiermee naar zijn vastberadenheid te voorkomen dat migranten naar Europa komen op zoek naar een beter leven. „We willen een nieuwe start, zodat we de ondergang van Europa, de nachtmerrie van een ‘Verenigde Staten van Europa’ kunnen stoppen, zodat Europa weer bij de Europeanen hoort.”
De leider van de Europese Volkspartij, Manfred Weber, eist een onmiddellijk einde aan de anti-EU en anti-immigrantencampagne van Orban en een verontschuldiging aan de andere EVP-leden. Maar gesprekken deze week hebben geen vooruitgang opgeleverd. De EVP zal volgende week stemmen over de vraag of de Fidesz-partij van Orban wordt verbannen omdat deze niet voldoet aan haar waarden van burgerlijke vrijheden en de rechtsstaat. In de EVP participeren ongeveer tachtig partijen.
Het succes van Fidesz in eigen land en in het trotseren van Brussel heeft vele andere nationalistische en rechtse bewegingen in Europa aangemoedigd. „Als we het christendom niet verdedigen, verliezen we Europa, dat niet langer tot de Europeanen behoort”, liet Orban zijn aanhang weten. „In een Europees ‘liberaal rijk’ zullen we allemaal onze vrijheden verliezen.”