Dit weekend eerste landelijke mollentelling
De Zoogdiervereniging roept mensen op om in hun tuin en op andere plekken molshopen te tellen. Samen met het programma Vroege Vogels (NPO Radio 1) houdt de vereniging dit weekend de eerste landelijke mollentelling.
Het is volgens de organisatoren eigenlijk een molshopentelling, want maar weinig mensen hebben het diertje ooit gezien. De kans een levende mol, uitwerpselen of pootafdrukken te vinden is erg klein. Wie in parken, tuinen, bos of weiland molshopen ziet, kan dat doorgeven via het mollenmeldpunt op Waarneming.nl.
Voor de vereniging en Vroege Vogels is de kwestie dit weekend vooral ‘waar is de mol?’ „We zijn erg benieuwd waar molshopen gespot worden. We weten al dat op de Waddeneilanden nauwelijks mollen zijn, terwijl ze kunnen zwemmen”, aldus een woordvoerster van de Zoogdiervereniging. „Ook weten we dat de diertjes weinig in binnensteden zitten. In de stad Utrecht bijvoorbeeld zien we ze wel in de buitenwijken, maar niet of nauwelijks in het centrum. Vermoedelijk omdat ze moeilijk onder of over drukke wegen kunnen komen.”
„Ons belangrijkste doel is dat er positieve aandacht komt voor de mol”, zegt de woordvoerster. Mensen zijn meestal niet blij met een molshoop in hun tuin. „Maar je kunt mollen ook vangen en elders uitzetten, bij voorkeur niet bij de buren, al was het maar omdat ze dan zo weer in jouw tuin zitten.”
De mol (Talpa europaea) gedijt het best in niet al te zandige of vochtige bodem met bovendien niet al te veel stenen. Voorwaarde is dat er voldoende regenwormen in de grond zitten. Door de speciale rechte haarinplant kan de mol net zo makkelijk voor- als achterwaarts door gangen bewegen. Het diertje leeft grotendeels alleen. In de paartijd, van februari tot en met april, gaan mannetjes op zoek naar vrouwtjes. Ze verlaten dan hun territorium en graven lange gangen.