In Libanon komen de problemen van het Midden-Oosten samen
Er wordt vaker beweerd dat problemen die het Midden-Oosten teisteren uiteindelijk in Libanon samenkomen. Dat gebeurt ook nu weer.
Enkele dagen geleden maakte Saudi-Arabië plotseling bekend dat het negatieve reisadvies voor Libanon werd opgeheven. Volgens de Saudische autoriteiten waren de zorgen die men indertijd had over de veiligheidssituatie in Libanon niet langer relevant. Een merkwaardige uitspraak, omdat er in Libanon wezenlijk niets veranderd was sinds dit negatieve reisadvies in februari 2016 van kracht werd.
Een maand eerder hadden de Saudiërs de sjiitische geestelijke al-Nimr geëxecuteerd. Daarop werd de Saudische ambassade in Teheran aangevallen. Libanon weigerde vervolgens Iran te veroordelen. De Saudische autoriteiten verboden op hun beurt hun burgers naar Libanon te reizen. Het was duidelijk dat dit reisadvies werd ingegeven door politieke overwegingen. Dat geldt nu ook voor het opheffen ervan. Dit gebeurde nadat de Libanese premier Hariri op 31 januari had laten weten dat het land eindelijk weer een nieuwe regering had.
Afhankelijk van hoe men het bekijkt, kan de Libanese politiek een klucht of een drama worden genoemd. Na jaren van politiek gesteggel over een nieuwe kieswet, werden er in mei 2018 weer parlementsverkiezingen georganiseerd. Een maand eerder had een aantal westerse donorlanden in Parijs economische hulp toegezegd. Op voorwaarde dat er eerst verkiezingen zouden komen.
In het verleden was al eerder gebleken dat het Westen vaak te veel waarde hechtte aan alleen de gang naar de stembus als bewijs dat een land democratische vooruitgang boekte. Om vervolgens in verlegenheid te worden gebracht door de verkiezingsuitslag. Dit gebeurde in 2006 in de Gazastrook, waar Hamas triomfeerde, en het herhaalde zich in november 2011 in Egypte met de verkiezingsoverwinning van de moslimbroeders.
Het resultaat van de verkiezingen van mei 2018 in Libanon was volkomen conform de verwachtingen. De machtsbalans in Libanon bestond uit enerzijds een alliantie die door Hezbollah werd aangevoerd en anderzijds de ”Beweging van de Toekomst” van de soennitische premier Hariri.
Klinkende overwinning
De verkiezingen leverden een klinkende overwinning op voor de alliantie van Hezbollah die 72 van de 128 zetels in het Libanese parlement veroverde. Hariri’s partij had het nakijken.
De politieke onderhandelingen sleepten zich vervolgens negen maanden voort, maar resulteerden op 31 januari in een regering van niet minder dan dertig ministers. Een extreem hoog aantal voor een land dat slechts 4,5 miljoen inwoners heeft, maar het was noodzakelijk om alle partijen tevreden te stellen.
Het kamp van Hezbollah kreeg achttien ministerposten. De Iraanse minister van Buitenlandse Zaken, Javad Zarif, was een van de eersten die naar Beiroet reisde om de Libanezen met hun nieuwe regering te feliciteren.
Dat Saudi-Arabië het negatieve reisadvies voor Libanon heeft geannuleerd, lijkt merkwaardig. De Saudiërs hebben weliswaar geaccepteerd dat hun soennitische bondgenoot Hariri in Libanon samenwerkt met de sjiitische Hezbollahbeweging, maar Riyad is zeker geen fan van Hezbollah.
Wat hierbij op het spel staat, is echter de toekomst van buurland Syrië, waar een aantal Arabische staten weer een ambassade heeft geopend. Saudi-Arabië wil dat ook, maar dat ligt lastig. De Saudiërs hebben immers vanaf het begin van de Syrische crisis het anti-Assadkamp gesteund. Riyad hoopt daarom dat de nieuwe Libanese regering kan bemiddelen om de Saudische terugkeer naar Damascus te vergemakkelijken.