De advocaten van de familieleden eisen dat de Britse wet op de mensenrechten en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens van toepassing worden verklaard. Volgens de advocaten zijn vijf van de zes Irakezen onder verdachte omstandigheden doodgeschoten.

Het zesde slachtoffer was de 26-jarige Baha Mousa uit Basra, die in september door Britse militairen zou zijn doodgeslagen nadat hij samen met anderen was opgepakt. In geen van de gevallen kregen de nabestaanden informatie over het gerechtelijk onderzoek naar de incidenten.

In getuigenverklaringen die woensdag voor het High Court werden voorgelezen, worden Britse militairen beschuldigd van martelpraktijken. Zo zouden medearrestanten hebben gehoord hoe Mousa langdurig in elkaar werd geslagen, onder luid gelach van de betrokken militairen. Ook zouden arrestanten door de Britten zijn vernederd en als ’boksbal’ zijn gebruikt.