Leider huurlingen wilde wapens uit Zimbabwe
De leider van zeventig vermoedelijke huurlingen die een staatsgreep in Equatoriaal-Guinea zouden hebben gepland, heeft woensdag voor de rechter in Zimbabwe toegegeven dat hij wapens in Zimbabwe wilde kopen. Hij ontkende echter dat die voor een coup bedoeld waren.
Simon Mann, voormalig lid van de Britse speciale troepen, gaf toe dat hij vijf jaar lang zaken deed met de Zimbabwaanse staatswapenfabriek. Hij houdt vol dat zijn laatste bestelling van pistolen, machinegeweren, mortieren, antitankraketten en explosieven bedoeld was om mijnbouwoperaties in Congo te bewaken.
Mann en de 69 anderen -Zuid-Afrikanen, Namibiërs, Angolezen en Congolezen- werden op 7 maart gearresteerd toen hun stokoude Boeing 727 landde op het vliegveld van Harare. Ze moeten terechtstaan wegens samenzwering en overtreding van veiligheids- en wapenwetten. Ze riskeren daarvoor gevangenisstraffen van tien jaar tot levenslang.
Woensdag bekenden 67 van hen schuld aan minder zware beschuldigingen zoals het overtreden van immigratie- en luchtverkeerswetten. Ze werden meteen veroordeeld tot celstraffen van maximaal twee jaar. Mann was de enige die zich voor de zwaardere beschuldigingen moest verantwoorden.
De meeste verdachten behoorden ooit tot het Buffalo Batallion, een beruchte groep blanke huurlingen uit voornamelijk Portugeessprekende landen die in de jaren ’70 en ’80 voor de Zuid-Afrikaanse apartheidsregering in Namibië en Angola vocht.
De Zimbabwaanse justitie verdenkt Severo Motto, een rebellenleider uit Equatoriaal Guinee die in Spaanse ballingschap leeft, ervan de huurlingen bijna 1,5 miljoen euro en olierechten geboden te hebben om de regering van president Teodoro Obiang Ngeuma ten val te brengen. Zeven andere vermoedelijke huurlingen zitten in de olierijke voormalige Spaanse kolonie in West-Afrika reeds in hechtenis.