Dodencijfer overstromingen in Zuid–Azië opnieuw gestegen
Het dodencijfer van de moessonoverstromingen die Zuid–Azië teisteren is woensdag opnieuw gestegen. De regering van Bangladesh meldde dat sinds midden juni vierhonderd mensen zijn omgekomen. Voor geheel Zuid–Azië werd het aantal doden gesteld op 1.238.
De Bengalese volksgezondheidsdienst meldt dat in juli 46 mensen zijn omgekomen door dysenterie. Zeker 80.000 mensen zouden aanvallen hebben gehad van hevige diarree. Hulpverleners waarschuwen voor een verdere verslechtering van de situatie doordat het waterpeil in rivieren rond de deels overstroomde hoofdstad Dhaka blijft stijgen. Deskundigen van het Overstromings– en Waarschuwingscentrum voorspellen dat de situatie in Dhaka en centraal Bangladesh niet voor volgende week zal verbeteren.
De moessonregens hebben dit jaar miljoenen in Zuid–Azië in de problemen gebracht. Velen zijn dakloos geraakt. In India vonden ten minste 731 mensen de dood, in Nepal 102 en in Pakistan vijf.
De noordoostelijke Indiase deelstaat Assam staat bijna geheel onder water. De regering in New Delhi verzocht het Rode Kruis en andere hulporganisaties om medicijnen tegen slangenbeten en dysenterie. De minister van gezondheidszorg van Assam, Bumidarh Barman, meldde woensdag 45 nieuwe sterfgevallen en waarschuwde voor slangen, die in de overstroomde gebieden de gelegenheid krijgen zich te verspreiden. Het totaal aantal moessondoden in Assam stond op 181. Ongeveer twaalf miljoen mensen kampen er met grote wateroverlast. De schade wordt er geschat op 50 miljard roepies (bijna 900 miljoen euro).
Ook andere Indiase deelstaten zijn zwaar getroffen: Bihar meldde 485 doden, Kerala 45, Uttar Pradesh 17 en Tripura 3.
De Europese Commissie maakte bekend dat er 4,35 miljoen euro wordt uitgetrokken voor hulp aan India, Bangladesh en Tadzjikistan. Vier miljoen euro gaat naar Bangladesh en de Indiase deelstaten Assam en Bihar, de rest naar Tadzjikistan, waar onder meer de hoofdstad Doesjanbe met grote wateroverlast kampt.