Amerikaans plan komt te vroeg en helpt vrede niet vooruit
De Verenigde Staten willen in april hun langverwachte vredesplan voor Israël en de Palestijnen lanceren. Dat voorstel heeft nauwelijks kans van slagen. De vraag is nu nog vooral wie daar de schuld van zal krijgen.
Al tijdens zijn verkiezingscampagne beloofde Donald Trump met een oplossing voor het slepende conflict tussen Israël en de Palestijnen te zullen komen. Niet voor niets benoemde hij zijn schoonzoon Jared Kushner tot zijn speciale gezant voor het Midden-Oosten.
Samen met de speciale gezant voor onderhandelingen, Jason Greenblatt, nam hij vervolgens de tijd om een voorstel uit te werken. De speculaties over de inhoud van het plan waren bijna net zo groot als de verwachtingen rond de datum van publicatie.
Na alle uitstel, heeft het Witte Huis gezegd dat het vredesplan in april zal worden gepresenteerd. Ná de vervroegde Israëlische verkiezingen op 9 april.
Die timing is al niet bijzonder gelukkig. Want los van de vraag welke partij als winnaar uit de stembusstrijd tevoorschijn komt, zullen op zijn minst de eerste weken na de verkiezingen nodig zijn om een nieuwe coalitie te vormen. En mocht dat al snel lukken, wat gezien de huidige politieke verdeeldheid in Israël niet erg waarschijnlijk lijkt, dan ligt het niet voor de hand dat een kersvers kabinet zich meteen op dit dossier zal storten.
De inhoud van het Amerikaanse plan geeft evenmin hoop op een snelle doorbraak in het vredesproces tussen Israël en de Palestijnen. Hoewel de publicatie steeds is uitgesteld, zijn de hoofdlijnen inmiddels genoegzaam bekend. Die gaan in elk geval bepaald niet verder dan voorstellen die Israëlische leiders in het verleden al hebben gedaan. Bovendien laat het plan belangrijke kwesties onaangeroerd.
Het vredesplan voorziet in een tweestatenoplossing, met een Palestijnse staat op het grootste deel van de Westelijke Jordaanoever, Oost-Jeruzalem als hoofdstad en gedeeld bestuur over de heiligdommen in de Oude Stad. Grote Joodse nederzettingen op de Westbank kunnen blijven, in ruil voor extra land voor de Palestijnen elders. Kleine nederzettingen hoeven niet weg, maar mogen niet verder uitbreiden.
Tot zover weinig nieuws. Grosso modo hebben Israëlische premiers als Barak en Olmert dat in het verleden ook aan de Palestijnse leiders voorgesteld. Die plannen liepen toen al stuk, voornamelijk door politieke onwil bij de Palestijnen. Zij vonden enerzijds dat de concessies niet ver genoeg gingen, maar eisten bijvoorbeeld ook het recht op terugkeer naar Israël van Palestijnse vluchtelingen die na de stichting van de Joodse staat in Arabische buurlanden terechtkwamen.
Die kwestie, maar ook de status van de Gazastrook waar Hamas de scepter zwaait, komen in het Amerikaanse vredesplan helemaal niet aan bod. En dus zal dat pakket voorstellen al bij voorbaat op dezelfde bezwaren als voorheen stuiten. Daar komt nog bij dat de Palestijnse Autoriteit sinds de verplaatsing van de Amerikaanse ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem überhaupt geen zaken met de Amerikanen wil doen.
Onder die omstandigheden een vredesplan lanceren, lijkt bij voorbaat een verloren missie. De huidige Palestijnse onverzettelijkheid geeft Israël ook bij voorbaat het argument in handen dat de Palestijnen niet van goede wil zijn. Al met al helpt dat de vrede niet vooruit.