Bewoners Barneveld beginnen eigen onderzoek naar zand Vink
Bewoners van Eilanden-Oost en Veller in Barneveld beginnen een eigen, aanvullend onderzoek naar het mogelijk vervuilde zand van de firma Vink dat in de wijken is toegepast.
De Werkgroep Bewoners, die in november is gevormd na het eerste bericht van het tv-programma Zembla over het verdachte zand, is met een bureau buiten de regio in gesprek over een onderzoek naar ‘belangrijke punten’ die niet worden meegenomen in het officiële onderzoek dat bureau Royal HaskoningDHV voor de gemeente Barneveld uitvoert.
„Samen met het onderzoek van de gemeente komen we dan tot een juiste beoordeling van de grond. Hiermee voorkomen wij een jarenlange slepende kwestie, met alle gezondheids- en financiële gevolgen ten gevolge”, aldus de werkgroep in een brief aan de wijkbewoners.
De werkgroep was betrokken bij de klankbordgroep van bewoners, die vorige week het vertrouwen in de gemeente heeft opgezegd. Een fundamenteel punt was voor de bewoners dat eerst de herkomst van het zand duidelijk had moeten zijn voordat er zandmonsters werden genomen. Dat zou gerichter naar verdachte stoffen gezocht kunnen worden, aldus de klankbordgroep.
Het bureau dat de werkgroep in de armen neemt, gaat, zo is de bedoeling, op meer plaatsen het grondwater en kruipruimten onderzoeken dan Royal HaskoningDHV doet. Ook worden de zandmonsters gecontroleerd op stoffen die in het naburige dorp Achterveld zijn aangetroffen in reeds onderzocht zand uit dezelfde partij grond.
De werkgroep bereidt de oprichting van een ‘Stichting Bewonersbelangen’ voor. „Eén ding is heel duidelijk: dit zand (vervuild of niet vervuild) had nooit in onze wijken toegepast mogen worden.” De stichting legt de nadruk op de (financiële) imagoschade van de wijken.
In de brief aan de wijkbewoners benadrukt de werkgroep „dat het inschakelen van juridische hulp niet betekent dat wij niet willen werken aan een oplossing met de gemeente, de firma Vink en de provincie”. „Dit willen wij heel graag, maar gaat na de ervaringen in de afgelopen periode met de gemeente niet lukken zonder juridische bijstand.”