Meer schilders hebben werk in de winter
De winterwerkloosheid onder schilders neemt sinds halverwege jaren negentig steeds verder af. Zat in 1994 nog bijna een kwart van de schilders thuis in de wintermaanden, in 1999 was dat teruggelopen tot 17 procent.
Dat blijkt uit cijfers die het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB) vrijdag heeft gepubliceerd. De onderzoekers concluderen daaruit verder dat eenderde van de schilderbedrijven kampt met een „hardnekkig tekort” aan schilders. Vooral kleinere bedrijven lijden daaronder. Ongeveer de helft van hen heeft het afgelopen jaar zelfs opdrachten geweigerd omdat er geen personeel was om te verven.
Volgens het EIB lag de groei van de branche de afgelopen jaren iets lager, een half procent, dan in de bouw. Nederland telt circa 3600 schildersbedrijven met 36.000 werknemers. Daarnaast zijn er nog 2200 zelfstandig werkende schilders. Het aantal allochtonen en vrouwen in de sector is met 4 en 5 procent beperkt.
Het EIB heeft ook uitgerekend hoeveel schilders in 2000 arbeidsongeschikt waren. Dat waren er 8300. Er werden 3600 ongevallen gerapporteerd, waarvan ruim de helft tijdens het werk plaatsvond.