Lichamen bootramp Suriname geborgen
De lichamen van twee vermisten van de bootramp van vrijdag in Suriname zijn zondag geborgen. Het gaat om een 22-jarige zwangere vrouw en haar 3-jarige kind. Een dag eerder was het dode lichaam van een meisje al uit het water gevist. Vooralsnog zijn tien mensen verdronken, onder wie enkele kinderen.
De houten boot met zo’n dertig opvarenden sloeg in de nacht van donderdag op vrijdag op de Coppenamerivier, zo’n negentig kilometer ten westen van de hoofdstad Paramaribo, ter hoogte van het inheemse dorp Kalebaskreek om. De slachtoffers waren onderweg naar het plaatsje Boskamp, om daar met de bus verder te reizen naar Paramaribo om met familie de jaarwisseling te vieren.
Veel opvarenden konden niet zwemmen en vrijwel niemand droeg een zwemvest, hoewel dat in Suriname sinds enkele jaren wel verplicht is. Maar veel passagiers lappen deze regels aan hun laars. Sommige drenkelingen wisten op eigen kracht de oever te bereiken, anderen werden uit het water gered door inwoners van omringende dorpen. De zoektocht naar de vermisten werd echter bemoeilijkt door de duisternis.
Er zijn twijfels of alle opvarenden inmiddels terecht zijn. Een vrouw uit het dorpje Grankreek, waar de meeste slachtoffers vandaan kwamen, beweerde zondag dat zij nog twee familieleden mist.
President Bouterse heeft vrijdag de overlevenden bezocht. Veel Surinamers vragen zich echter af waarom hij, gezien de omvang van de ramp, nog geen dag van nationale rouw heeft afgekondigd.