Veteranen in de VS: onthaald als helden en gedumpt
Na hun terugkeer uit oorlogsgebied werden ze onthaald als helden. Maar na de warme ontvangst volgde een koude douche. Duizenden Amerikaanse veteranen zijn met hun decoraties naar huis gestuurd. Om werkeloos op de bank te gaan zitten of om op straat terecht te komen.
Of het nu koud of warm, droog of nat is, op veel kruispunten met stoplicht in Amerikaanse steden staan of zitten ze: de veteranen die geen luis meer hebben om dood te knijpen. Velen nemen zelfs niet eens de moeite meer om bedelend langs de rij wachtende auto’s te lopen. Ze staan of zitten bij het verkeerslicht. Op een stukje karton staat hun eenvoudige vraag: een beetje geld voor een stukje brood.
Afgedankt
„We zijn afgedankt en gedumpt,” zegt Brett Cochin, die tot 2011 in Afghanistan zat. „Ik heb gevaren getrotseerd, gevochten voor de vrijheid, ben geëerd vanwege mijn moed en daarna vergeten.” Bij een stoplicht in de Texaanse stad Dallas heeft hij zijn vaste plek. Elke dag weer scharrelt hij daar wat rond in de hoop voldoende geld bijeen te schrapen zodat hij zijn natje en droogje heeft. En kleding? „Ach meneer, die graai ik wel uit vuilcontainers. Mensen gooien vaak goed spul weg. En soms past het.” Wanneer het niet past, weet Cochin wel raad: te lange broekspijnen zijn het eenvoudigst. Die vouw je gewoon om. Een te ruime broek? „Dat los je op met een stuk touw.” Dat dit niet volgens de regels van de confectie-industrie is, deert de veteraan niet. „Als ik maar wat aan mijn lijf heb. Er is geen vrouw meer in mij geïnteresseerd. Dus ik daar hoef ik er niet netjes voor uit te zien.”
Geldbiljet
Een wachtende automobilist draait zijn raampje open en roept de veteraan. Die loopt snel naar de auto toe en pakt met een grijns een geldbiljet. „Die komt hier vaak langs en dan krijg ik altijd één dollar van hem.” Met het opsteken van zijn duim bedankt Cochin de man als hij optrekt. „Zo zijn er nog wel een paar.”
Het verhaal van de 46-jarige oud-militair is triest. „In Afghanistan verloor ik twee kameraden. Dat raak ik nooit meer kwijt. ’s Nacht lig ik er nog wakker van.” Direct geeft hij toe dat dit een trauma voor hem is. „Maar het is niet het enige. Ik heb verschrikkelijke dingen gezien: dode mannen, dode vrouwen en dode kinderen. Dat laatste was het ergste. Ik was blij dat ik terug kon naar Amerika. Maar daar wachtte me nog een trauma. Ik werd afgedankt. Mijn contract was afgelopen en er was geen passend werk voor me. Dat heb ik als diepe vernedering ervaren.”
Eenmaal thuis bleken de ervaringen hun tol te eisen. „Ik was agressief. Mijn vrouw was een vreemde voor me geworden. Ze begreep me niet meer. Ik was dus ook een vreemde voor haar. Uiteindelijk zijn we uit elkaar gegaan en leef ik op straat.”
Cochin is er een uit het leger Amerikaanse veteranen dat leeft aan de zelfkant van de samenleving. In bijna elke stad van de VS lopen ze rond: bedelend, zonder vaste woon- en verblijfplaats. De meeste oud-militairen die daar terecht komen, vinden het na hun terugkomst en ontslag uit het leger moeilijk zich aan het burgerbestaan aan te passen. De ervaringen in oorlogsgebieden maken dat ze vaak worstelen met grote psychische problemen. Zelfmoord komt onder hen veelvuldig voor. Volgens het Department of Veterans Affairs plegen elke dag twintig oud-militairen zelfmoord, dat is elke tachtig minuten een oud-strijder.
Verschillende steden hebben inmiddels een speciaal programma om de zwervende veteranen op te vangen, huisvesting voor hen te regelen en hen een uitkering te bezorgen. Op die manier is de stad New York erin geslaagd om bijna alle oud-soldaten onder te brengen. Andere plaatsen zijn nog lang niet zo ver.
Uitkering
Een woordvoerder van de stad Dallas stelt in een verklaring dat de veteranen van de federale overheid voldoende uitkeringsgeld krijgen om zichzelf te bedruipen. Zij die dat niet kunnen, hebben problemen in de sociale sfeer. „Ik krijg inderdaad een uitkering,” zegt Cochin. „Maar die ontvangt mijn ex-vrouw voor de kinderen. Ik heb niks. En ja, ik heb sociale problemen. Alleen de vraag is of ik daar zelf de oorzaak van ben, of dat die te maken hebben met de opdrachten die ik als militair ontving.”