Christen-zijn tussen Aziatische moslims
Daniel Grimwade is predikant in een stad waar de helft van de inwoners moslim is. „Wij hebben niks tegen hen. We verschillen alleen fundamenteel van moslims als het gaat om de vraag wie Jezus is.”
Kunnen we zeker zijn van ons geloof? Waar komt gebrek aan geloofszekerheid door? Hoe moeten we ermee omgaan als we eraan twijfelen of we in Christus zijn? De Bijbelstudie in de woonkamer van het predikantengezin Grimwade draait rondom deze en enkele andere vragen. Een tiental aanwezigen heeft 1 Johannes 2:3-11 voor zich, het uitgangspunt voor de doordeweekse Bijbeloverdenking.
De aanwezigen zoeken in hun Bijbel naar antwoorden op de vooraf geformuleerde vragen. Sommige deelnemers praten voortdurend. Anderen zeggen vrijwel niks. Ds. Daniel Grimwade (45) laat zich kennen als iemand die goed luistert en af en toe een kritische tegenvraag stelt.
Na drie kwartier gaan de Bijbels dicht. Een voor een dragen de deelnemers gebedspunten aan. Een van de aanwezigen krijgt het te kwaad als ze deelt wat er in haar vriendengroep speelt. Dan gaat ds. Grimwade voor in gebed. Als hij na enige tijd klaar is, volgt na een korte stilte een gemeentelid. Iedereen komt aan de beurt. Eén deelnemer, een buschauffeur, bidt voor zijn islamitische medeburgers. Hij vraagt om wijsheid en tact voor de gemeenteleden in de dagelijkse omgang met moslims, het evangelisatiewerk en dat ze een getuige mogen zijn van Jezus Christus. Het kringgebed duurt minstens zo lang als de Bijbelstudie.
Vuurtje opstoken
Het bijwonen van de Bijbelstudie en het gebed volgt op een uitnodiging van ds. Grimwade. Tijdens een interview enkele dagen eerder is hij erg gereserveerd. Per e-mail is er met hem een afspraak gemaakt. Voordat de journalist zijn vragen kan stellen, draait de predikant de rollen om. Hij wil weten waar de interesse in Dewsbury vandaan komt. En of RD-lezers aanhangers zijn van president Trump.
„Zijn jullie naamchristenen die het christendom slechts gebruiken om jullie af te zetten tegen moslims? Dat gebeurt helaas overal in Europa en ik heb geen behoefte om dat vuurtje op te stoken. Wij zijn evangelicalen, maar schamen ons zo voor Amerikaanse evangelicalen die massaal achter Trump aanlopen dat we onze naam wel zouden willen veranderen.” De predikant zegt niets tegen moslims te hebben. „We verschillen alleen fundamenteel van hen als het gaat om de vraag wie Jezus is.”
Lloyd-Jones
Na een minuut of twintig ontdooit ds. Grimwade. Omdat hij niet langer dan een uur de tijd heeft, stelt hij voor om hem enkele dagen later in zijn kerk op te zoeken. Hij leidt zijn gast rond door het gebouw. In plaats van te preken vanaf een preekstoel, doet ds. Grimwade dat vanachter een lessenaar. Ervoor staan brede rijen met stoelen. Prettig, vindt de predikant, want zo kan hij met elk gemeentelid oogcontact maken.
Een historisch schilderij met daarop een biddende man siert zijn studeerkamer. Aan de muren hangen diverse spreuken en Bijbelteksten. Op een ervan staat de lofzang van Paulus uit Romeinen 8:38 en 39. Op een ander ”Give thanks in all circumstances”, met een verwijzing naar 1 Thessalonicenzen 5:18a. Zijn boekenkast bevat onder meer boeken van opwekkingsprediker George Whitefield en dr. D. Martyn Lloyd-Jones. „Zijn serie over de Romeinenbrief heb ik in mijn studententijd volledig doorgenomen.”
Ds. Grimwade werd in 2001 predikant na het voltooien van zijn theologiestudie aan European Mission Fellowship in Welwyn, een plaatsje ten noorden van Londen. Het instituut omschrijft zichzelf als „evangelical and reformed.” Sinds 2009 is ds. Grimwade verbonden aan Dewsbury Evangelical Church. De gemeente is een van de circa 600 kerken die zijn aangesloten bij de Bond van Onafhankelijke Evangelische Kerken (FIEC) in Groot-Brittannië. De kerkleden komen op zondag ’s ochtends en ’s avonds samen. Inclusief kinderen bestaat de gemeente uit zo’n 110 mensen.
De predikant antwoordt voorzichtig op de vraag wat hij van het boek ”The Islamic Republic of Dewsbury” vindt. Danny Lockwood beschrijft daarin hoe de komst van vele moslims de stad van zijn jeugd zodanig veranderde dat zijn voorouders het niet meer zouden herkennen. Volgens ds. Grimwade staat Lockwood bekend om zijn scherpe pen. Hij vindt dat zijn boek een interessante kijk geeft op Dewsbury, maar slechts door de ogen van één persoon.
Speciale evangelisatiefolder
„Of alle genoemde feiten kloppen, heb ik niet geverifieerd. Het klopt dat onze stad wordt gestempeld door de aanwezigheid van veel Aziatische moslims die erg op zichzelf gericht zijn. Maar er valt meer over Dewsbury te zeggen. Islamitische en niet-islamitische raadsleden werken voor zover ik weet goed samen. Beide bevolkingsgroepen komen elkaar ook tegen op kantoor en in de supermarkt. Van sommige gemeenteleden weet ik dat ze goede relaties hebben met moslims” (zie „Niet op de spits drijven als moslima per se vrouwelijke arts wil”).
In het evangelisatiewerk houdt de kerk rekening met de vele moslims. Voor hen worden specifieke folders gebruikt, want zij hebben andere vragen dan seculiere Britten. Verder spreken met name oudere Aziaten soms slecht Engels. Zij kunnen het best worden bereikt in het Urdu. De kerk organiseerde in het verleden ook wel discussieavonden met moslimleiders. „Dat ging in een vriendelijke setting, maar je kwam nooit nader tot elkaar. Meestal bleef het bij één à twee ontmoetingen.”
Bekeerlingensite
Ook moslims zijn erg missionair ingesteld. Zo is er een lokale website (dewsburynewmuslims.com) met verhalen van mensen die overgingen tot de islam. Daarop staan in elk geval geen voormalige leden van Dewsbury Evangelical Church. Wel werd de achterliggende jaren een handvol ex-moslims –allen Iraniërs– lid van de kerk.
Een op de twee kinderen die in Dewsbury worden geboren, heeft islamitische ouders. Maar verdere islamisering vreest de predikant niet. Hij ziet dat de generatie in Engeland geboren moslims „minder enthousiast” is over de islam en een materialistischere levensstijl heeft. Ook signaleert hij dat moslimouders hun kroost, vooral hun dochters, enorm pushen om alles uit zichzelf te halen. „Deze kinderen worden later arts of advocaat en gaan Dewsbury uit. Ongetwijfeld heeft dat consequenties voor hun geloof. Dat in de toekomst moslims hun manier van leven aan ons gaan opleggen, zie ik nog niet zo snel gebeuren.”
>>rd.nl/deobandi voor eerdere afleveringen.
„Niet op de spits drijven als moslima per se vrouwelijke arts wil”
Deborah is een vijftiger die al ruim twintig jaar in Dewsbury woont. Ze werkt als huisarts, vertelt ze na afloop van de Bijbelstudie. Tijdens haar werk ontmoet ze veel islamitische collega’s en cliënten. „Ik help regelmatig vrouwen in nikab uit de kleren als ik hen moet onderzoeken”, lacht ze.
Het is volgens haar niet zo dat bepaalde ziektes moslims minder treffen omdat ze varkensvlees en alcohol mijden. In plaats van veel alcohol te nuttigen, gebruiken ze relatief vaak marihuana. „Soms wordt bij hoog en bij laag ontkend dat drugsverslaving de oorzaak is van hun ziekte, totdat zij er niet meer onderuit kunnen.” Onder moslims ziet de huisarts ook relatief veel diabetes en overgewicht. „Voor sommige vrouwen is de trap op- en aflopen hun enige dagelijkse beweging.”
Op internet circuleren berichten waarin wordt gesuggereerd dat in het lokale ziekenhuis de bedden naar Mekka zijn gekeerd. Deborah verwijst dat naar het rijk der fabelen. Wel heeft het gebouw een speciale gebedsruimte voor moslims. De islam speelt in het leven van veel patiënten een grote rol, weet de arts. Zo zijn er moslims die uitsluitend door een dokter van de eigen sekse willen worden geholpen. Ook komt het voor dat stervenden morfine weigeren, omdat ze bewust willen overgaan naar het hiernamaals.
Beide zaken moeten volgens haar niet op de spits worden gedreven. „Prima als een moslima per se door een vrouwelijke arts geholpen wil worden. De consequentie is wel dat ze mogelijk later aan de beurt is. Ook moeten we het respecteren als iemand geen morfine wil. We honoreren ook de wens van Jehova’s getuigen om bloedtransfusies te weigeren.”
Moslims die in Engeland opgroeien zijn minder religieus dan hun ouders, meent Deborah. Dat baseert ze mede op hoe vrouwen zich kleden. „Veel jongeren voldoen liever aan de minimale eisen van de islam dan dat ze er een schepje bovenop doen door zich volledig te bedekken.” Deborah vertelt over haar studerende dochter. „Ze ging eens met een islamitische studiegenote winkelen, maar moest uitleggen hoe dat precies werkte. De vrouw wist niks van de wereld.”
Dewsbury en andere Engelse steden hebben moslims hard nodig, oordeelt Deborah. „In Engeland werken veel artsen uit andere Europese landen, vooral uit Duitsland. Ik vrees dat velen na de brexit ons land verlaten. Om alle vacatures te kunnen vervullen, is iedereen nodig.” Voor verdere islamitische invloeden is de vijftiger niet bang. „Moslims zijn over het algemeen banger voor verwestersing dan niet-moslims voor islamisering.”
De oogst van twee dagen Dewsbury
Love en peace. Dat krijg je te horen als je met moefti Pandor op stap gaat, waarschuwde journalist Danny Lockwood vooraf. „Wat hij tegen jou en mij zegt, is heel anders dan wat hij zijn volgelingen voorhoudt.” Moet je geloven dat Pandor de eerste is die Asia Bibi beschermt als ze naar Dewsbury komt, zoals hij beweerde? Dat is lastig om hard te maken.
De dag met de moefti was allerminst perfect geregisseerd. Het bezoek aan onder meer de Koranschool was geen afgesproken werk. Af en toe schakelden de gidsen over in het Urdu. Hadden ze toch iets te verbergen?
Lang niet alles klopt wat er over Deobandimoslims –die in het Verenigd Koninkrijk circa 40 procent van de pakweg 1700 moskeeën bezitten– wordt beweerd. Lockwood zei diverse journalisten te hebben rondgeleid en dat hij achteraf regelmatig onjuiste citaten van hem teruglas. De anglicaan Cash vertelde dat Russia Today hem eens erg suggestief interviewde. Een op internet circulerend artikel roept het beeld op dat de shariarechtbank over Dewsbury heerst. Dat is onzin, want de raad behandelt vooral zaken van vrouwen die willen scheiden.
Volgens de BBC is de Deobandibeweging groot en divers. „Van de kalme en strikte niet-gewelddadige missionaire groep Tablighi Jamaat tot de gewapende sektarische en jihadistische groepen in Pakistan.” Dat lijkt een evenwichtige formulering die de waarheid mogelijk het dichtste nadert.
Het beeld dat Deobandi’s gesloten zijn werd bevestigd. Diverse vertegenwoordigers reageerden niet op een interviewverzoek. Toegang tot hun moskee werd met vage redenen geweigerd. Opmerkelijk was dat de moefti alleen wilde meewerken als er eerst een contract werd getekend.
Mij raakte hun toewijding. Zoals die zakenman die z’n bedrijf verkocht en sindsdien zijn geld en tijd aan Allah geeft in de overtuiging dat dit leven weinig meer is dan een voorbereiding op wat komt. Indrukwekkend was het bezoek aan de madrassa: 840 kinderen die daar dagelijks minstens twee uur islamonderricht krijgen. Veel ouders uit de gereformeerde gezindte zouden met de ogen knipperen bij het idee dat zoon of dochter elke dag twee uur catechisatie zou krijgen en ze daarvoor zouden moeten betalen. Volgens ds. Grimwade moeten christenen dat ook niet willen. „Het is goed om veel in de Schrift te studeren. Maar nergens gebiedt de Bijbel ons hoofd vol kennis te stoppen.”
In Savile Town val je als westerling uit de toon. Zou een Aziatische moslim hetzelfde gevoel krijgen als hij een Nederlands dorp zou bezoeken waar overwegend reformatorische christenen wonen en veel christelijke scholen en grote kerken staan?
Voor een samenleving is het slecht als grote groepen naar binnen gekeerd zijn. Terecht is ds. Grimwade kritisch op het leven in een enclave als Savile Town en hij vindt dat zeker niet iets wat christenen moeten nastreven. „We moeten niet van de wereld zijn, maar wel in de wereld. Daar moeten we relaties aangaan en van het Evangelie getuigen.”