Constitutionele doorbraak in Syrië
In Syrië komt na bijna acht jaar burgeroorlog beweging in het politieke proces. Begin volgend jaar zal voor het eerst het constitutionele comité in Genève bijeenkomen. Dat zeiden de ministers van Buitenlandse Zaken van Rusland, Iran en Turkije na overleg met de VN-bemiddelaar Staffan de Mistura in Genève op dinsdag.
De ministers hebben „positieve resultaten gepresenteerd van hun overleg met de Syrische partijen over de samenstelling van de commissie”, luidde hun verklaring.
In januari werd tijdens een bijeenkomst in de Russische badplaats Sotsji in beginsel al besloten tot de oprichting van het comité. Dat moet de weg effenen voor een politieke oplossing voor het conflict.
Het comité zal bestaan uit vijftig vertegenwoordigers van de regering en de oppositie, plus nog eens vijftig onafhankelijke leden die door de Verenigde Naties worden benoemd. Vooral rond de laatste groep was er veel onenigheid.
De Mistura is optimistisch dat de inspanningen vruchten afwerpen: „Een grondwet gaat bijvoorbeeld over de macht van de president, het kan en moet ook gaan over hoe verkiezingen worden gehouden en machtsverdeling”, zei hij. Het comité heeft de steun van alle grote mogendheden.
De Syrische burgeroorlog brak uit in maart 2011 met protesten tegen de regering van president Bashar al-Assad. Zijn troepen gingen met veel geweld tegen de demonstranten in. In de afgelopen maanden hebben het Syrische leger en zijn bondgenoten strategische gebieden onder hun controle gekregen. Ze domineren nu het grootste deel van het land, inclusief alle grote steden. Het belangrijkste gebied voor de rebellen blijft de provincie Idlib in het noordwesten van Syrië.