’Verbod lpg levert geld op’
Een verbod op lpg als autobrandstof zou de overheid 600 tot 800 miljoen euro opleveren. Dat komt onder meer doordat lpg–rijders moeten overstappen op diesel, waarop een hogere accijns wordt geheven. Bovendien zouden door een verbod de problemen met lpg–stations in woonwijken in één keer worden opgelost.
Dat staat in een conceptrapport dat een onderzoeksbureau heeft opgesteld in opdracht van een aantal ministeries. De brancheorganisatie Vereniging Vloeibaar Gas (VVG) bestrijdt de conclusies met klem. Volgens een woordvoerder kan het onderzoeksbureau „niet rekenen". Zo houdt het veel te weinig rekening met de effecten van het banenverlies dat een verbod op lpg zou opleveren.
Nederland telt ongeveer 2000 lpg–stations. Een aantal daarvan levert risico’s op voor de omgeving. Volgens onderzoeksbureau Ecorys zou het verbieden van lpg als autobrandstof effectiever zijn dan het slopen van huizen rond lpg–stations of het aanpassen van bouwplannen. Bovendien zouden de financiële voordelen aanzienlijk zijn.
Zo zou de schatkist 288 miljoen euro per jaar extra ontvangen doordat de lpg–rijders moeten overstappen op diesel of benzine, waardoor ze meer accijns moeten betalen. Bovendien zou de grond waarop de lpg–stations staan verkocht kunnen worden, wat ook ook geld in het laatje brengt.
Volgens branchevereniging VVG, die onder meer de oliemaatschappijen en de producenten van apparatuur vertegenwoordigt, bevatten de conclusies van Ecorys „ernstige rekenfouten". „Als lpg–rijders moeten overstappen op benzine of diesel levert dat de schatkist wel meer geld op, maar dat is een lastenverzwaring. De automobilisten moeten daarvoor gecompenseerd worden", zegt een woordvoerder.
Bovendien zouden door een lpg–verbod 6000 arbeidsplaatsen verloren gaan. Ecorys denkt dat de gevolgen daarvan meevallen, doordat veel werknemers in de dieselsector aan de slag kunnen, maar volgens de woordvoerder van VVG is dat „onzin".
Ook de belangenverenigingen Bovag (autobranche) en Beta (tankstationhouders) sabelen de conclusies van het rapport neer. Volgens de Bovag houdt Ecorys geen rekening met de gezondheids– en milieuaspecten en met het verloren gaan van know–how door een lpg–verbod. Beta meent dat de staat vele miljoenen kwijt zou zijn door het uitkopen van lpg–stationhouders.
Een woordvoerster van het ministerie van VROM zegt dat het gaat om „conceptcijfers, waaraan nog gesleuteld wordt". Het is de bedoeling dat het kabinet in oktober met een standpunt komt. Volgens ingewijden zouden vooral de ministeries van Financiën en Economische Zaken vraagtekens plaatsen bij de cijfers van Ecorys.
VVD–Tweede–Kamerlid Hofstra ziet grote voordelen in het gebruik van LPG: lage kosten en weinig luchtverontreiniging. „Als het even kan, moeten we ermee doorgaan. Twintig, dertig jaar geleden reed een groot deel van het Nederlandse wagenpark nog op LPG. In landen als Duitsland en Frankrijk wordt het aangemoedigd." Wat Hofstra betreft is het wachten nu op een standpunt van het kabinet over de gevaren die aan onder meer het transport van LPG verbonden zijn. Hij wijst erop dat er nooit ernstige, grootschalige ongelukken zijn gebeurd met deze autobrandstof: „Ik hoop op realistische veiligheidsnormen."
De SP vindt dat Van Geel moet voorkomen dat lpg–rijders overstappen op diesel. De oppositiepartij ziet meer in het veiliger maken van opslag en transport van het „minder milieubelastende" lpg.