Marioepol gevrijwaard van avondklok
In de Oekraïense stad Marioepol geldt sinds de Russische beschieting van marineschepen de staat van beleg. Burgers vragen zich af wat president Porosjenko van plan is.
Schoenenverkoopster Natalja steekt haar duim omlaag als haar wordt gevraagd hoe het staat met de klandizie. Sinds de staat van beleg geldt in de Zuidoost-Oekraïense stad Marioepol blijven klanten weg, legt ze uit. Ze verkeren in onzekerheid. Ze verwachten dat geld naar het leger gaat en dat er bezuinigd wordt op sociale overheidsuitgaven, zegt ze achter een tafel met naast haar bussen schoenenspray. Dus leggen ze hun geld opzij.
Op 30 november ging in tien Oekraïense regio’s de staat van beleg in, nadat Rusland op de Zwarte Zee drie Oekraïense marineschepen beschoot, in beslag nam en de bemanning arresteerde. President Petro Porosjenko pleitte voor de krijgswet en waarschuwde dat 80.000 Russische soldaten klaarstaan om Oekraïne binnen te vallen.
Met de staat van beleg, die dertig dagen duurt, kan de overheid extra veiligheidsmaatregelen nemen. Zo kunnen burgers gevraagd worden te werken voor defensie. Er kan een avondklok en een verbod op demonstraties worden ingevoerd. De autoriteiten kunnen media aan banden leggen en verkiezingen uitstellen.
Maar de overheid heeft deze stappen nog niet gezet, beaamt Natalja (40). Voor burgers gelden geen beperkingen. In de haven- en industriestad Marioepol zit het theater vrijdagavond vrijwel vol. Een avondklok is niet ingegaan. Alles is bij hetzelfde gebleven. Net als de ruim vierjarige oorlog tussen het Oekraïense leger en pro-Russische separatisten die elke dag voortduurt op 25 kilometer van de stad. Wel heeft Oekraïne zijn grenzen gesloten voor Russische mannen van 16 tot 60 jaar. Deze maatregel moet voorkomen dat zij gevechtseenheden vormen binnen Oekraïne.
Rond het middaguur druppelen drie klanten Natalja’s winkel binnen. Ze vertrekken zonder aankoop. Meer dan de staat van beleg maken inwoners van Marioepol zich zorgen om de dalende koers van de Oekraïense munt de grivna, meent Natalja. „Ze ruilen daarom grivna’s in voor euro’s of dollars.”
Voor Natalja is het onduidelijk wat er op de Zwarte Zee is gebeurd tussen Oekraïne en Rusland en wie er schuld heeft aan de confrontatie. „Laat beide met bewijzen komen.” Waar ze niet over twijfelt, is dat Porosjenko de staat van beleg gebruikt om aan de macht te blijven. Nu geldt een periode van dertig dagen. Oorspronkelijk zette de president in op zestig dagen, maar uit angst voor een machtsovername stemde het parlement in met dertig dagen.
Natalja is er niet gerust op. Ze vreest dat Porosjenko erop uit is de krijgswet te verlengen richting de presidentsverkiezingen eind maart volgend jaar. Ze vraagt zich af waarom hij juist nu de staat van beleg introduceerde en niet in 2014 en 2015 toen de oorlog op zijn hevigst was. Feit is de president staat er in de peilingen slecht voorstaat.
Zulke vraagtekens zet ook Olga Peresada (32). In de eerste oorlogsjaren was ze vrijwilliger en hielp ze het armlastige Oekraïne leger aan de benodigde spullen. Tegenwoordig is ze universitair docent en sinds deze zomer redacteur van een regionale televisiezender.
Aan de andere kant, zegt ze, valt er wel degelijk wat te zeggen voor de staat van beleg. Er is een verschil met de Russische beschietingen op de Zwarte Zee en de oorlog in Oost-Oekraïne van 2014-2015, stelt ze in een café. „Toen was het niet duidelijk dat Rusland erachter zat. Moskou heeft dat nooit toegegeven. Maar bij het gevecht op zee schoot Rusland. Dat ontkennen ze niet.”
De toon is meer uitgesproken zaterdagmiddag bij de ingang van een theatergebouw in het centrum van Marioepol. Vijftig mensen hebben zich hier verzameld ter ondersteuning van de 24 gearresteerde matrozen die in een Moskouse gevangenis zitten. De vijftig zingen het Oekraïense volkslied en plaatsen de Oekraïense marinevlag naast de voordeur van het theater.
Bij de aanwezige Volodomir (42) bestaat geen twijfel over de staat van beleg. Die zorgt voor veiligheid tegen Rusland, „de agressor”.