’Rapport 11/9 spaart Bush’
De commissie die de aanslagen in de Verenigde Staten op 11 september 2001 heeft onderzocht en donderdag haar conclusies presenteert, spaart de Amerikaanse president Bush.
Dat zeiden functionarissen in Washington woensdag die op de hoogte zijn van de inhoud van het 600 pagina’s tellende rapport.
Het rapport wordt donderdagmiddag om 17.30 uur Nederlandse tijd aangeboden.
Volgens de zegslieden komt de commissie tot de conclusie dat Bush en diens voorganger Clinton niet te verwijten valt dat ze de aanvallen niet hebben voorkomen. Volgens het rapport namen Clinton en Bush de dreiging die van Osama bin Laden uitging wel serieus.
Volgens de zegslieden legt de commissie niet de schuld „bij bepaalde personen of incidenten". Wel stelt het rapport dat leden van de terreurgroep al–Qaeda op bekwame wijze „de diepe institutionele tekortkomingen binnen de regering" wisten te gebruiken om de aanvallen uit te voeren. De aanvallen in New York en Washington, waarbij de terroristen passagiersvliegtuigen gebruikten, hadden waarschijnlijk niet voorkomen kunnen worden, aldus de zegslieden.
De commissie uit wel kritiek op de werkwijze van de inlichtingendienst CIA en de federale recherchedienst FBI wegens „gemiste operationele kansen", zoals slechte analyses. Al eerder was al uitgelekt dat deze instellingen nauwelijks informatie over al–Qaeda uitwisselden. Bovendien gingen deze diensten ervan uit dat al–Qaeda alleen Amerikaanse belangen in het buitenland op het oog had.
Enkele aanbevelingen uit het rapport lekten het afgelopen weekeinde al uit. Zo pleit de commissie onder meer voor de aanstelling van een minister die alle inlichtingendiensten moet gaan aansturen en controleren. Ook de manier waarop het Congres toezicht houdt op de diensten, moet worden veranderd.
De uitkomst van het onderzoek kan een belangrijk stempel drukken op de presidentsverkiezingen die in november worden gehouden. President Bush heeft de nationale veiligheid tot speerpunt van zijn campagne gemaakt. Een zeer kritisch rapport kan in het voordeel zijn van zijn Democratische rivaal John Kerry.