Rechters proberen „proces van de eeuw” vlot te trekken
Toen op 12 februari 2002 voor het Joegoslavië-Tribunaal het Milosevic-proces begon, ging dat met grote verwachtingen gepaard: Voor het eerst werd een voormalig staatshoofd in de naam van de hele mensheid berecht voor een tribunaal van de Verenigde Naties.
Eindelijk gaf de internationale gemeenschap te kennen ook voor hoogwaardigheidsbekleders een eind te maken aan straffeloosheid voor de zwaarste misdaden, zoals genocide (volkenmoord), misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdaden, zo verheugden mensenrechtenactivisten zich. De zaak tegen de ex-president van Joegoslavië zou een belangrijk precedent worden voor de internationale strafrechtspleging en voor het Internationaal Strafhof (ICC) dat later dat jaar eveneens in Den Haag zou worden gevestigd.
Een week voor die historische 12 februari 2002 verklaarde hoofdaanklaagster Carla Del Ponte dat het proces „niet langer dan twee jaar” zou duren. Bijna 2,5 jaar later is het licht aan het einde van de tunnel nog lang niet in zicht.
Tal van tegenvallers gooiden roet in het eten: Belangrijke ’kroongetuigen’ van de aanklagers lieten zich maar met moeite overhalen naar Den Haag te komen of lieten helemaal verstek gaan. De autoriteiten in Belgrado kwamen niet met belangrijke documenten over de brug. Vooral de kwakkelende gezondheid van de verdachte zou echter een tijdverslindend obstakel blijken voor een efficiënte procesvoering: Maar lieft zeventien keer werd de rechtszaak onderbroken of uitgesteld wegens ziekte van de verdachte. De 62-jarige Milosevic heeft geregeld te kampen met hoge bloeddruk, uitputtingsverschijnselen en griep.
Sinds februari ligt de inhoudelijke bewijsvoering stil. De aanklagers zagen toen af van hun laatste geplande getuigen om de klok te laten tikken voor de voorbereidingstijd die Milosevic krijgt voor zijn eigen verdediging. Terwijl hij echter in de VN-gevangenis in Scheveningen werkte aan zijn ’case’, werd hij steeds weer ziek. Maar liefst vijf keer werd een datum vastgesteld waarop Milosevic zijn openingspleidooi zou houden, en vijf keer werd het begin van de verdediging weer afgelast. Als zesde ’streefdatum’ is 31 augustus vastgesteld - mits de bloeddruk van de verdachte dat toelaat.
De nieuwe voorzittend rechter Robinson (Jamaica), die zijn overleden Britse collega Sir Richard May is opgevolgd, kondigde op 5 juli een ’radicale herziening’ aan van de manier waarop het proces wordt gevoerd. Sindsdien zijn tal van voorbereidende stapjes genomen. Een nieuw medisch onderzoek werd gelast om na te gaan of het medisch verantwoord is dat Milosevic doorgaat met zijn eigen verdediging.
Griffier Hans Holthuis is gevraagd al vast om te zien naar geschikte kandidaten, voor het geval de rechters uiteindelijk toch besluiten Milosevic tegen zijn wil een advocaat toe te wijzen. En woensdag tenslotte haalden de rechters opnieuw een idee van wijlen rechter May uit de kast: De zaak is zo omvangrijk dat zij moet worden opgesplitst in meerdere processen.
De rechters stelden voor om in de voorbereidende fase, in 2001/02, eerst een proces alleen over Kosovo te voeren en in een tweede proces misdaden in Kroatië en Bosnië aan de orde te stellen. Del Ponte voorkwam dat door de Kamer van Beroep in te schakelen. Nu is de partijen gevraagd tot uiterlijk 27 juli schriftelijk hun licht te laten schijnen over de mogelijkheid alsnog tot splitsing over te gaan.
Als hiertoe alsnog wordt besloten, zou een van de drie hoofdstukken Kosovo, Kroatië en Bosnië met prioriteit worden behandeld. Daardoor zou uitzicht bestaan dat het binnen afzienbare tijd tenminste tot een vonnis op een van de grote hoofdstukken van de balkanoorlogen in de jaren ’90 zou komen.