VN: Mexico laks bij onderzoek naar verdwijningen
De VN hebben Mexico in de beklaagdenbank gezet: sinds 2007 zijn er ruim 37.000 mensen verdwenen.
Op 1 december geeft de conservatieve president Enrique Peña Nieto de fakkel door aan zijn linkse opvolger Andrés Manuel López Obrador. Op de valreep veegde het Comité tegen Gedwongen Verdwijningen van de VN hem nog flink de mantel uit.
Het comité betreurde het dat in Mexico „nog altijd sprake is van gedwongen verdwijningen op grote schaal.” Sinds 2007 zijn 37.435 gedwongen verdwijningen geregistreerd in Mexico.
Het comité, dat bestaat uit tien onafhankelijke deskundigen uit landen die het VN-verdrag tegen gedwongen verdwijningen hebben geratificeerd, betreurt ook dat de straffeloosheid in Mexico aanhoudt en verschillende mensen meerdere keren slachtoffer werden.
De Mexicaanse regering werd verder „gebrek aan betrouwbare gegevens over gedwongen verdwijningen” verweten. Roberto Cabrera, van de Mexicaanse Commissie voor Onderzoek naar Vermiste Personen, geeft alleen toe dat ze „data van zeer slechte kwaliteit” hebben. Van de 37.435 gevallen heeft de commissie er ongeveer 26.000 kunnen identificeren met geboortedatum en met de namen van vader en moeder. Van ongeveer 16.000 mensen zijn biometrische gegevens (foto’s en vingerafdrukken) gevonden, zegt Cabrera. Het VN-comité verwijt de Mexicaanse overheid verder dat er amper mensen worden veroordeeld in processen rond gedwongen verdwijning.
De vertrekkende Mexicaanse regering erkent dat de verdwijningen zijn uitgegroeid tot „de zwaarste uitdaging” op het vlak van mensenrechten. De federale structuur van Mexico, met 32 staten die hun eigen grondwet en bevoegdheden hebben, belemmert het onderzoek al doen de meeste verdwijningen zich voor in slechts drie staten. Intussen wil Mexico er niet van weten dat het VN-comité zelf klachten van burgers onderzoekt.