Botten in Vaticaan niet van vermiste tieners
Menselijke resten die recent zijn aangetroffen in een gebouw van het Vaticaan in Rome, zijn vermoedelijk niet van twee tienermeisjes die in 1983 verdwenen. Uit de eerste onderzoeksresultaten blijkt dat de botten dateren van voor 1964 en bovendien toebehoren aan een man, bericht het Italiaanse persbureau ANSA.
De botresten werden gevonden bij renovatiewerkzaamheden in een gebouw van de ambassade van het Vaticaan in de Italiaanse hoofdstad. De Heilige Stoel deed vervolgens een beroep op de Italiaanse autoriteiten, die een moordonderzoek openden.
De vondst leidde tot veel speculatie over de mogelijke herkomst van de menselijke resten. De autoriteiten wilden onder meer proberen DNA uit de botten halen, om te kijken of het gaat om de vermiste Emanuela Orlandi of Mirella Gregori. Het lot van die vijftienjarige meisjes is nooit opgehelderd.
De familie van Orlandi deed na de vondst een beroep op de autoriteiten om met meer informatie over de brug te komen. De zus van Gregori zei tegen ANSA: „Ik wil mezelf niet voor de gek houden en met beide voeten op de grond blijven staan, maar diep van binnen hoop ik dat het Mirella is. Dan heb ik een plek waar ik kan rouwen en een bloem kan neerleggen voor mijn zus.”
Gregori en Orlandi verdwenen in 1983 los van elkaar in de Italiaanse hoofdstad. Orlandi was de dochter van een medewerker van het Vaticaan en is niet meer gezien sinds ze vertrok van een muziekles. Over die zaak doen allerlei complottheorieën de ronde. Er lijkt echter geen verband te zijn met de recente vondst van de botten.