Kamer: Rutte moet visserij in Britse wateren redden
Premier Mark Rutte moet er alles aan doen om de Nederlandse visserij in Britse wateren te redden. De Tweede Kamer spoort hem hiertoe aan, kort voor de extra Europese top over het Britse vertrek uit de Europese Unie aanstaande zondag.
Vissers uit Nederland en andere EU-lidstaten zouden door de brexit hun toegang tot belangrijke visgronden kunnen verliezen. Dat gevaar dreigt vooral bij een zogeheten harde brexit, als het Verenigd Koninkrijk (VK) eind maart zonder akkoord uit de EU vertrekt. Een verontruste Tweede Kamer riep de premier donderdag in een breed gedragen motie op zijn uiterste best te doen dat toegang voor Nederlandse vissers „onder elk scenario” behouden blijft. Alleen de Partij voor de Dieren (PvdD) stemde tegen.
Voor de sector is een overeenkomst waardoor vissers in Britse wateren kunnen blijven vissen „van heel groot belang”, aldus de coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie en oppositiepartijen 50PLUS en SGP. „Anders verliezen sommige vissers meer dan de helft van hun viswateren. De toegang tot de Britse visgronden is voor Nederlandse vissers van levensbelang”, zei Pieter Omtzigt (CDA).
Rutte beloofde te zoeken naar de „best mogelijke deal” met de Britten over visserij. „Daar gaan we keihard voor knokken”, zei hij. Volgens hem staat Nederland daarin niet alleen; ook andere EU-lidstaten met een vissersvloot willen dat.
Minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken) benadrukte dat in de „ingewikkelde situatie” van een harde brexit de kans op een apart akkoord over viswateren vrijwel is uitgesloten. De oproep kan geen verplichting betekenen om specifiek de visgronden te redden, aldus Blok.
Hardliners in de Britse politiek dringen er op aan dat het land eenzijdig bepaalt welke vissers toegang houden tot de exclusieve economische zone (200 mijlszone) in de zeeën rond het VK. In 2017 zegde de Britse regering al een oud visserijverdrag op dat Europese vissers toegang gaf tot de territoriale wateren (12 mijlszone).