Geschiedenis

Giacometti: „Schoonheid aan de afgrond”

Een lange, rijzige, smalle gestalte; een kop groter dan de gemiddelde volwassen bezoeker. Hij lijkt er flink de pas in te hebben; zijn bovenlichaam iets voorover hellend. Maar hij zet geen stap. Het is de bronzen ”Lopende man I” van Giacometti op de bovenste verdieping van Museum de Fundatie in Zwolle. Die wil je gezien hebben, als liefhebber van kunst in de Koude Oorlog.

19 November 2018 09:28Gewijzigd op 16 November 2020 14:39
Kunstwerken van Chadwick en Giacometti die volgens jonge bezoekers lijken op een krab (links), een staart van een vis (tweede van links) en Langnek uit de Efteling (rechts). beeld Museum de Fundatie
Kunstwerken van Chadwick en Giacometti die volgens jonge bezoekers lijken op een krab (links), een staart van een vis (tweede van links) en Langnek uit de Efteling (rechts). beeld Museum de Fundatie

Het zijn de even bekende als veelzeggende ranke beelden van de Zwitserse kunstenaar Alberto Giacometti (1901-1966) die dit najaar als publiekstrekker fungeren in het museum in de Overijsselse hoofdstad. Maar ”Facing Fear”, zoals de tentoonstelling heet, is meer dan een overzicht van Giacometti’s werk. Dat wordt verrassend gecombineerd met beelden van de veel minder bekende Lynn Chadwick (1914-2003). Een Brit die, in tegenstelling tot zijn Zwitserse collega, geen academische opleiding heeft gehad of telg was uit een kunstenaarsfamilie. Hij was ingenieur, bouwde prefab woningen en stands voor beurzen.

Door die tegenstelling gaan de beelden een krachtige dialoog aan. Zoals Chadwicks ”Beast VII” en de ”Hond” van zijn collega. Fundatiedirecteur Ralph Keuning: „Giacometti heeft hierover geschreven dat hij over straat liep, natgeregend en depressief. Hij voelde zich een zwerfhond. Onder het ‘zelfportret’ van Giacometti staat het ”Beast”, dat eruitziet alsof het elk moment de ”Hond” kan verslinden.”

Buchenwald

De rij bezoekers staat op deze woensdagmorgen voor openingstijd al tot buiten het museum. Als om 11 uur de deuren opengaan, wordt het druk in de zalen. „We fantaseren wat het kan zijn”, zegt de 10-jarige Mette Jansen. Samen met haar nichtjes praat ze honderduit. „Dat lijkt wel een krab”, zegt Noortje Lagerweij, wijzend naar ”Conjunctie X” van Chadwick. „En die daar is de staart van een vis”, stelt zusje Pleun, terwijl ze naar de sokkel loopt waar Chadwicks’ ”Proctor II” op staat. Ook bij beelden van Giacometti hebben de meiden associaties. Zo moet ”Grote kop” Langnek uit de Efteling voorstellen.

Onder de bezoekers is ook oma Willemien. Ze heeft haar tienerkleindochters Romy en Yarna meegenomen naar het museum. Misschien niet volledig vrijwillig, want vooral oma wilde het zo graag. Terwijl Willemien meer heeft met de kunst van Giacometti, spreekt het werk van Chadwick de jongere generatie meer aan. „Het is wat moderner en strakker. Het is prachtig en esthetisch erg mooi om te zien”, zegt Romy.

„Ik vind het juist zo mooi dat Giacometti van die lijnfiguren maakt, zonder massa, terwijl ze toch een gezicht hebben. Het is voor mij schoonheid aan de afgrond”, reageert oma. En terwijl kleindochter Yarna zich wat afzijdig houdt van het gesprek, zegt ze, terwijl ze zich afwendt van de ”Lopende man”: „Het heeft iets duisters.”

Daarmee voelt deze tiener wellicht haarfijn aan wat ook Jean Paul Sartre, goede vriend van Giacometti, zag. Volgens Sartre kun je Giacometti’s beelden na de Tweede Wereldoorlog niet zien zonder een sterke associatie te hebben met de martelaren van het Duitse concentratiekamp Buchenwald. „Aan het einde van hun leven raakten Giacometti en Sartre met elkaar in onmin. Misschien had deze opmerking daarmee te maken”, zegt Keuning. De maker zelf heeft zich nooit uitgesproken over de betekenis van zijn ranke beelden. Keuning: „Hij was een sombere man, leed aan depressies maar verzette zich daar sterk tegen.”

Adam

Beide kunstenaars maakten na de oorlog hun beste werk, volgens de Zwolse museumdirecteur. „In een tijd waarin abstractie vrijheid betekende, zijn Giacometti en Chadwick de meer realistische kunst trouw gebleven. Ze dragen de figuratieve kunst de naoorlogse wereld in.”

Waarom deze tentoonstelling bezocht moet worden, is voor Keuning zonneklaar: „Het zijn beiden giganten van de twintigste eeuw. Beeldhouwers die allebei mensbeelden maken, in een wereld die leeft in de spanning van de Koude Oorlog. Met dreiging van een derde wereldoorlog, die dan ook catastrofaal zou zijn.”

Dat is inderdaad ”Facing Fear”, een tentoonstelling met ruim 150 beelden; een confrontatie met angst. Beeldhouwer Chadwick bindt de strijd aan met die angst. Hij maakt gepantserde beelden die elk moment een kanon lijken te kunnen afvuren. Giacometti daarentegen maakt beelden die lijken te verdampen.

„Giacometti’s werk wordt vaak vergeleken met kunst uit de afgelopen millennia”, zegt Keuning. „Het zijn beelden die de mens in al zijn naaktheid vormgeven. Werk dat 4000 jaar geleden gemaakt kan zijn, maar net zo goed overmorgen. Het kan de eerste mens Adam zijn, maar ook de laatste.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer