Van aflosvrij naar aflosblij, maar alleen als het kan
„Word ook aflossingsblij.” Zo luidt de slogan van de Nederlandse Vereniging van Banken. Een prima initiatief toch? Wie wil er nu schulden? Toch bekruipt me het gevoel dat er meer aan de hand is.
Stel je een slijterij voor die promoot te stoppen met alcohol. Of een gevel van een snoepwinkel waarop staat: „Snoep verstandig, eet een appel.” Dat wekt op z’n minst verbazing. Een bank die oproept tot aflossen, is net zo vreemd. Banken leven immers van schulden. En nu gaan ze ineens promoten dat we aflosblij moeten worden?
Schulden kun je splitsen in productieve schulden en consumptieve schulden. Een productieve schuld kun je als een middel zien om een studie te realiseren, een huis te kopen of een bedrijf te starten. De gedachte is dat dit soort schulden uiteindelijk meer opleveren dan ze kosten. Consumptieve schulden verbruiken alleen: je geeft nu iets uit –terwijl je het geld nog niet hebt– en betaalt achteraf de rekening. Consumptieve schulden kosten op termijn veel geld.
Nu is de nieuwe campagne van banken vooral gericht op productieve schulden en dan specifiek de hypotheek voor de woning. Als ik klanten aan tafel heb, adviseer ik ze juist om eerst hun consumptieve schulden af te lossen. En na het vormen van een financiële buffer pas extra af te lossen op de hypotheek.
Tijdens de crisis hebben we gezien dat er banken gered moeten worden. Ook zijn de eisen vanuit Europa fors aangescherpt. Banken moeten meer buffers aanhouden. Ook is de Nederlandse schuldenlast in vergelijking met omliggende landen erg hoog. Toezichthouders, overheid en adviesorganisaties voeren de druk bij banken op om hier wat aan doen. Dat klanten aflossingsblij moeten worden, is dus deels gedwongen winkelnering.
Om dit te bewerkstelligen worden allerlei psychologische inzichten gebruikt om mensen te verleiden tot aflossen. Een nieuw woord daarvoor is guideology: toegepaste psychologie waarmee je richting kunt geven aan het gedrag van klanten. Ze verleiden tot het kopen van meer financiële producten of juist tot aflossen.
Ik ben van mening dat je niet in z’n algemeenheid kunt zeggen dat aflossen altijd goed is. Jawel, het is goed dat er meer bewustwording komt bij consumenten, maar in de praktijk zie ik dat mensen die het zouden moeten, juist níet aflossen. En dat mensen bij wie het niet nodig is, dat wél doen.
Sommige mensen op leeftijd hebben veel overwaarde en een kleine hypotheek. In zo’n situatie kan het verstandig zijn om het aanwezige spaargeld beschikbaar te houden en niet af te lossen. Ook mensen in „het spitsuur” van hun leven hebben soms een te lage buffer. Verder aflossen verlaagt deze alleen maar.
De pijn zit hem vooral bij mensen die lang geleden hun hypotheek hebben afgesloten en nog steeds in dezelfde woning wonen. Op den duur loopt de hypotheek af en dan moeten ze de hele hypotheek ineens aflossen. Ook zijn er mensen die in het verleden een volledige aflossingsvrije hypotheek hebben afgesloten of die beleggingshypotheken hebben met een minimale opbouw.
Er zijn soms schrijnende situaties waarin schulden een grote rol spelen. Minder schuld is in dit soort situaties wenselijk. Aflossingsvrij is dus niet in alle gevallen fout, maar van aflossen kun je wel blij worden.
De auteur is Master of Financial Planning. Reageren? financieel@refdag.nl